Ik heb de angst gezien
in je stervende ogen
toen de nietsontziende nacht
in al zijn gretigheid
je licht weg nam
Ik heb je koude mond geproefd
dichtgesmeed
met de ijzers van de eeuwigheid
en nooit
nog nooit
is een nacht
zo zwart geweest…
Ik ben een meer
Een rimpelloos water
Waarop blanke lelies tronen
Het ruisend riet
Laat zich niet storen
En neuriet zacht haar lied
Een zonnestraal
Breekt door mijn water
En golvend groeit
Haar warmte voort
Geen zuchtje wind
geen vogel
zal deze droom verstoren
Want God
heeft er met Zijn handen
de stilte uitverkoren…