50 resultaten.
Al die willen te kapen varen
poëzie
3.0 met 22 stemmen 1.920 Al die willen te kapen varen
Moeten mannen met baarden zijn.
Tartend stormen, strijd en pijn,
Wild als de baren!
Vliegend als schuim over de zee,
Mannen met baarden, die varen mee!
‘t Mastje te schrapen en kabels te scheren,
Stuurman, de kapers vervloeken die stiel…
‘t Scheepje te teren en zeilen te smeren,
Hale de duivel dan liever onz’…
Haar lied is lang verzwonden
poëzie
3.0 met 9 stemmen 1.281 Haar lied is lang verzwonden;
Mijn hart is ongerust,
Maar van zijn leed bewust
Gevoelt het bittre wonden…
Haar lied is lang verzwonden,
Mijn hart is ongerust.
Het gloeit nog, als de vlamme,
Voor haar, die mij verliet;
O, kon haar spottend lied
Mijn hijgend hart verlammen…
Maar ’t gloeit nog als de vlamme,
Voor haar, die mij verliet.…
O, gij voor wie de driften zwijgen
poëzie
3.0 met 10 stemmen 1.404 O, gij voor wie de driften zwijgen
Wanneer de droppels door uw borst
Als door een doek der liefde zijgen
Ter lessing van des kindjes dorst,
Wat zijt ge schoon en opgetogen!
Iets zoets ontstraalt uw dromende ogen,
Iets, dat getuigt hoe gij geniet,
Iets, als in de oge der gazelle,
Wanneer zij in de klare welle
Met lust zich weergespiegeld ziet…
O, kom, mijn liefste!
poëzie
3.0 met 7 stemmen 1.266 Wat heb ik vaak zo droef geschreid
in eenzaamheid:
Kom in mijn armen,
blonde meid!
Uw bijzijn geeft mij zaligheid:
Kom in mijne armen!
Gij, die van mij zo wordt bemind,
mijn aardig kind,
o, kom mij kussen,
als de wind,
die kussend ook de bloemen vindt!
O, kom mij kussen!
Want waar ik dromend henen ga,
of waar ik sta,
ik mis…
IS HET WAKEN, IS HET DROMEN
poëzie
3.0 met 5 stemmen 1.836 Is het waken, is hert dromen
Heimlijk zuchten, vurig minnen,
Dwaas de driftenstrijd des levens
Alle stond te herbeginnen?
Bang te blikken als een weekling
Naar de wenken heurer ogen,
Of te dwalen, droef te peinzen:
Word, ach, word ik niet bedrogen?
Is het waken, is het dromen,
In de roes der vlammenkussen,
’t Manlijk handlen, ’t krachtig…
Geloof hem niet
poëzie
3.0 met 5 stemmen 1.115 Een jongeling, voor mij in 't stof gebogen,
Sprak: ‘Ik bemin;
O lieve maagd, nooit heeft mijn mond gelogen,
Wees mijn vriendin!
O weiger niet uw liefde mij te schenken,
Word mijne vrouw;
Ik zweer het u, 'k zal nooit mijn minne krenken.
'k Blijf u getrouw,
O ja, 'k blijf u getrouw!’
Zijn lief gelaat en minnelijke lonken
Bekoorden…
De liefde gaat niet henen
poëzie
3.0 met 5 stemmen 1.140 Met mijne jeugd zijn eveneens verdwenen
De zangen van het zoetste minverlangen;
De liefde ging daarom van mij niet henen:
Zij blijft mij aan de warme boezem prangen.
Door teedre dromen wil ze mij verleiden,
Mij de ogen sluiten voor het aardse streven;
Doch van de rede kan ik mij niet scheiden,
Die wikkend weegt het wel, het wee van ’t leven…
Hoe zal ik u toch noemen!
poëzie
3.0 met 8 stemmen 1.104 Hoe zal ik u toch noemen?
Wanneer uw blikken in mij schijnen
en al mijn lijden doen verdwijnen;
wanneer uwe ogen liefde stralen
en, als de beken in de dalen
de bloemekens zo fris besproeien,
mijn hart met zoete lust bevloeien:
Hoe zal ik u toch noemen?
Hoe zal ik u toch noemen?
Wanneer gij in het kruid verscholen,
waar vogelen vol liefde…
De liefde is nog niet henen.
poëzie
3.0 met 10 stemmen 984 Gene wolken drijven, gene zonne schijnt,
Slechts nevels klimmen en dalen;
Ik zoek naar een beeld, dat gedurig verdwijnt,
Ach, zal ik het nooit achterhalen?
Zo trouw heb ik aan de liefde gedacht,
Ze is mij als de zon ééns verschenen;
En toch verkeert mijn gemoed in de nacht,
En nog is de liefde niet henen.
Want wat er ook nevelt in mijn gemoed…
Hoort gij het heldere fluiten der vinken?
poëzie
3.0 met 6 stemmen 1.082 Hoort gij het heldere fluiten der vinken?
gadekens winken
hun zacht en zoet;
’t jonge gebroedje begint, om te paren,
’t liefdeverklaren,
want minnegloed
glimt in hun gemoed.
Noem me niet koekoek, o lustige vrinden,
haast zult ge vinden
een lieflijk kind;
haast zult ge heimlijk aan hoeken en straten
fluistren…
Te zamen
poëzie
3.0 met 13 stemmen 1.265 Wij hebben in de jeugd gemind
wij minnen in de ouderdom,
en al wie zegt: de liefde is blind,
is waarlijk dwaas en dom.…
'k Heb zoete liefde verdreven
poëzie
3.0 met 5 stemmen 933 ‘k Heb zoete liefde verdreven
uit het ontloverd nest;
en als een slot omgeven
mijn hart met wal en vest.
De burchtpoort is gesloten,
de hangbrug is gelicht;
‘t geheel is overgoten
met mystisch treurig licht.
Of in de voegen schijnen
te bloeien bloemetjes blauw,
zij zullen, zij moeten verkwijnen:
zij erven zonglans en dauw.
Zo zingt…
Ik zong zo menig minnelied
poëzie
3.0 met 9 stemmen 957 Ik zong zo menig minnelied!
Dan zag ik naar de mensen niet…
Want toen ik henwaarts heb gekeken,
Verstomde ’t lied voor hunne valse streken.
De daad voor ieder schoon gedacht,
Daar heb ik altijd naar getracht;
Maar toen ’t gedacht begon te schijnen,
Moest het weldra voor dom geweld verdwijnen.
Een eedle ziel in elke borst,
En troost aan…
Licht liedeke
poëzie
3.0 met 1 stemmen 762 Ik vraag de grijze nevel niet,
en zing ik vaak een treurig lied,
toch vraag ik, dat de zonnegloed
bezielend iedereen begroet
en alle droefheid henenjaag.
Ik vraag niet aan de duistre nacht,
de demping aller vreugde en kracht;
ik vraag het licht en altijd 't licht
opdat in ieders aangezicht
de waarheid in heur schoonheid schijn'.
Zo zwart…
De werkman
poëzie
3.0 met 1 stemmen 539 Door hageljacht en wind,
In de overgrote stad,
Een lieflik bedelkind,
Zong, 't oog van tranen nat...
Haar lied voor 't beetje brood,
Drong dwars door been en merg:
Wie helpt haar uit de nood?
Het is te zwak voor 't werk!
Een rijke loopt voorbij,
Misschien vol medelij?
Een volksstroom rolt voorbij,
Gevoelloos als de tij!
Geen herte wordt…
Ze bloeide als bloem
poëzie
2.0 met 11 stemmen 782 Ze bloeide als bloem in ‘t wereldruim;
Ze kon aan elk behagen.
Thans is zij, als een vlokje schuim,
Door winden weggedragen.
Ik heb haar menigmaal gekust,
Dat gloeide hare wangen!
Die zielengloed is uitgeblust,
Gelijk een doods verlangen.
Is ‘t vurig oog als in de nacht
Voor eeuwig uitgeblonken,
Toch ligt ze diep in mijn gedacht,
Als…
En toch zal ’t lente worden
poëzie
2.0 met 9 stemmen 1.411 Wat zingt het hupplend koninkske
In onze doornenhaag? –
Het heeft zo fel gesneeuwd vandaag,
En toch zal ’t lente worden!
De takken missen blad en bloem:
Daar tussen fluit de wind;
Doch immer zingt het welgezind:
En toch zal ’t lente worden!
Al zijn de velden doods en stil,
Ik blijve welgemoed,
En roep gelijk de vogel doet:
En toch zal…
Wantje en Karel
poëzie
2.0 met 4 stemmen 1.109 Wantje was een rappe meid,
Blank en mals van koon;
Al de jongens uit de buurt
Vonden Wantje schoon.
De een vlocht haar een bloemenkrans,
De andre schonk haar fruit;
Men verzocht ze tot de dans:
Wantje lachte ze uit.
Karel was een flinkse maat,
Struis en bruin van vel;
Al de meiskens uit de buurt
Vonden Karel wel.
Ze belonkten hem…
O, gij voor wie de driften zwijgen
poëzie
2.0 met 7 stemmen 618 O, gij voor wie de driften zwijgen
Wanneer de droppels door uw borst
Als door een doek der liefde zijgen
Ter lessing van des kindjes dorst,
Wat zijt ge schoon en opgetogen,
Iets zoets ontstraalt uw dromende ogen.
Iets, dat getuigt hoe gij geniet,
Iets, als in ‘t oge der gazelle,
Wanneer zij in de klare welle
Met lust zich rein weerspiegeld…
Wie is er in mijn huis geweest?
poëzie
2.0 met 11 stemmen 1.513 Wie is er in mijn huis geweest?
Een man, die zegt dat hij geneest;
Maar, ach, zijn zeggen mocht niet baten:
Hij heeft mijn kindje dood gelaten.
De moeder liep al huilend rond;
Ik blies, helaas, in ’s kindjes mond;
En meende nog aldus het leven
Aan ’t dode schaapke weer te geven.
Ach, wist ik, wist ik, wat ik deed?
Ik voelde niets dan bitter…