inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1834 - 1899

poëzie (nr. 4.151):

O, gij voor wie de driften zwijgen

O, gij voor wie de driften zwijgen
Wanneer de droppels door uw borst
Als door een doek der liefde zijgen
Ter lessing van des kindjes dorst,
Wat zijt ge schoon en opgetogen!
Iets zoets ontstraalt uw dromende ogen,
Iets, dat getuigt hoe gij geniet,
Iets, als in de oge der gazelle,
Wanneer zij in de klare welle
Met lust zich weergespiegeld ziet.

Bemerkt ge niet in ‘t teedre wichtje,
Als in de bron, uw evenbeeld,
In wiens onnozel aangezichtje
Nu reeds de reine liefde speelt?
Ik voel het, ‘k ben voor u verdwenen,
Maar toch mijn harte zal niet wenen:
Een kindje ligt op uwe schoot,
Dat gij met feller gloed zult minnen
Dan ‘t woest gestorm der hete zinnen,
Dat u de mannenliefde bood.

O heilig, driemaal heilig wezen,
Waaruit het vlees zo fris verrijst,
O, laat mij in uw blikken lezen
De vreugd, die uw ziele spijst
Met liefde voor de schone wereld,
Terwijl aan uwe borsten perelt
De melk in volle zuiverheid,
Terwijl uw kindje ligt te woelen
En teer maar innig moet gevoelen:
De moeder is de onsterflijkheid.

1868 - 1870

Schrijver: Emanuel Hiel
Inzender: Redactie, 16 januari 2021


Geplaatst in de categorie: vrouwen

3.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 1.402

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Anneke Haasnoot
Datum:
16 januari 2021
Geweldig dit taalgebruik.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)