Alles kavel
en veel Akzo, Shell
veel tolueen en afgraafwijken
nog wachters op de dijken en
nog altijd
matigen ondergelopen uiterwaarden
de waterhoogten,
spiegelen ze tijdelijke rietbeemden
en een twijfelachtige lucht.
Gaat eigen aard (wat was dat, ooit:
tastbaar en zuiver? Twee miljoen inwoners en veel
wild en gevogelte, slavenhandel, ongewisheid…
Ik droomde dat ik eeuwig leefde
maar ik werd wakker in de tijd:
de blauwe, weidse eeuwigheid waarin ik als gewichtloos
leek te zweven
duurde maar even.
En even had ik hevig spijt,
en heimwee naar die flard van vlinderleven.
Wist ik dan bloemen, wind of regen?
Bestond dat alles in oneindigheid?
Geluiden, vormen, alles was mij vreemd.
Traag…