205 resultaten.
ANTWOORDE AAN EEN VRIEND
poëzie
2.0 met 15 stemmen
4.214 Nooit en streelde er mijne wangen
traan zo dierbaar en zo lief
als die ik heb opgevangen
in de plooien van uw brief,
zoenend hem zo menigwerven
eer dat ik nog tenden was,
vrezende eerder hem te derven
hoe ik snel- en snelder las.
Ja, een kind dat blijve uw herte,
schoon al ‘t ander manlijk zij,
ende, vriend in vreugd en smerte,
heb ik u,…
HEB MEELIJEN
poëzie
3.0 met 10 stemmen
3.908 Heb meelijen met de bomen, laat
de bast hun ongeschonden;
bewaar ze voor de nijdigheid
der kwade nagelwonden;
geen onbarmhartig mensenkind
ze dood en kwelle: geeft
de vrijheid aan des Scheppers hand,
die in hun lenden leeft.
Hoe schandelijk ontmaakselt en
ontmooit gij mij de vrome,
de vrije en blije bomen, die ‘k…
WIE IS ALS GOD!
poëzie
3.0 met 14 stemmen
3.799 'Wie is als God!' zo wierd het woord,
in lang verleden tijden,
omtrent de troon van God, gehoord,
als Michaël ging strijden.
'Wie is als God!' Hij won de slag
en satans volk vernederd lag.
De vane omhoge! en immer voort,
die weerbaar is, gestreden!
'Wie is als God!' weergalme ‘t woord
des zegepraals, nog heden!…
't Laatste
poëzie
3.0 met 8 stemmen
4.033 Aan de onbekende lezer
Hoe zoet is 't om te peinzen dat,
terwijl ik rust misschien,
Een ander, ver van hier, mij on-
bekend en nooit gezien,
U lezen kan mijn dichten, mijn
geliefde, en niet en weet
Van al de droeve fouten van
uw vader de poëet!
Hoe blij en is 't gedacht niet, als
ik neerzitte ende peis,
U volgend waar gij loopt op uw…
Ik wense u
poëzie
3.0 met 27 stemmen
8.309 Ik wense u een jaar, dat zacht als zijde is ;
Ik wense u een jaar, dat blank en blijde is;
Ik wense u een jaar, dat ver van krank is,
Een deugdelijk jaar zo breed als ’t lang is;
Ik wense u een jaar, dat als ’t voorbij is,
Een zalig jaar voor u en mij is.…
EEUWELINGEN
poëzie
3.0 met 6 stemmen
3.468 Gedaagde, bodemvaste bosgenoten,
bomen, die ‘k, wel vijftig jaren lang,
boom wete; en zo hoge als nu geschoten,
gezien hebbe, op zo menig wandelgang;
wat ben ik, arme miere, u bijgeleken,
die sta en u aanschouwe, o hoge bomenreken!
Mijn handen, uitgestrekt, en konnen, eiken,
beuken, op wel twee drie vamen…
Wenen
poëzie
3.0 met 12 stemmen
4.525 Ha! beklaag hem, die gevangen
Onder 't wegen van de pijn,
Niet en kan een trane ontvangen,
Wenen en gelukkig zijn!
Arme schaap! hoe moet het lijden
Door en door zijn herte snijden
Daar het blijft in barensnood
Van de bittre vrucht ontbloot!
Tranen, bittre vrucht des lijdens,
Drank die 't smachtend herte laaft,
Zaad der vreugde…
o Vrijdag, die de mens gemaakt
poëzie
4.0 met 2 stemmen
1.021 o Vrijdag, die de mens gemaakt
ons voorhoudt, in de bladen
van Gods eerweerde daden,
als kind van stof en aarde, en iet
dat Gods aanbidlijk wezen ziet:
zij God in u geprezen
en Zijn almachtig wezen!
o Vrijdag, die het kruis geplant,
die zaagt het heilig stromen
eens, aan de boom der bomen,
van Jesu Bloed, dat Adams ras…
'T LAATSTE
poëzie
3.5 met 4 stemmen
1.884 AAN DE ONBEKENDE LEZER
Hoe zoet is 't om te peizen dat,
terwijl ik rust misschien,
een ander, ver van hier, mij on-
bekend en nooit gezien,
u lezen kan, mijn dichten, mijn
geliefde, en niet en weet
van al de droeve falen van
uw vader de Poëet!
Hoe blij en is 't gedacht niet, als
ik neerzitte ende peis,
u volgend waar gij loopt op uw…
Ach hemellawerke
poëzie
4.3 met 3 stemmen
1.148 Ach, hemellawerke, waar zit-je gij dan
zo luide en zo lange te preken,
waar dat ik met de ogen niet achter en kan,
al hebbe ik zo dikkens gekeken?
o Mocht ik u volgen en, vleriken aan,
lijk gij, in de hemel, de hoge,
te choore met de andere veugelen gaan,
en vluchten de mensen hun ogen!
Dan zonge ik, o vogel, en schaterde ik blij,…
Hoe zoet is 't tussen broederen twee te wandelen
poëzie
2.6 met 5 stemmen
1.424 Hoe zoet is 't tussen broederen twee
te wandelen, te wandelen,
bemint men van de twee de een,
de een gelijk de andere;
bemint men ze alle twee, en zij,
beminnen ze ook malkanderen
gebroederlijk; 't is zoet erbij
te wandelen, te wandelen.…
WINTERMUGGEN
poëzie
5.0 met 1 stemmen
1.614 De wintermuggen zijn
aan 't dansen, ommentomme,
zo wit als muldersmeel,
zo wit als molkenblomme.
Ze varen hoge, in 't vloe;
ze dalen diepe, in de ebbe;
ze weven, heen en weer,
hun witte winterwebbe.
Hun winterwebbe zal,
dat lijnwaad zonder vlekken,
de zuiverlijke schoot
van moeder Aarde dekken.
Ze ligt in heure slaap,
ze droomt de…
Schuldeloos blommeke lief
poëzie
4.2 met 6 stemmen
1.332 Schuldeloos blommeke lief,
dat op mijne weg ik ontmoete,
laat mij een stonde bij u
toch, laat mij een stondeke staan!
Schuldeloos blommeke lief,
zou immer een mens op u treden,
u, die God zelve gepeisd,
geschapen heeft ende gemaakt?
Hij was uw schepper, Hij dacht,
Hij schikte uwe blaarkes, Hij woef die
blinkende krans om uw hoofd…
DE NAVOND KOMT ZO STIL
poëzie
5.0 met 2 stemmen
2.182 De navond komt zo stil, zo stil
zoo traagzaam aangetreden,
dat geen en weet, wanneer de dag
of waar hij is geleden.
‘t Is avond, stille... en, mij omtrent,
is iets, of iemand, onbekend,
die, zachtjes mij beroerend, zegt:
'‘t Is avond en ‘t is rustens recht.'
De bomen dragen gans de locht
vol groen, nog onbestoven;
en ‘k zie, zo…
HET ZONNELICHT IS NEERGEDAALD
poëzie
5.0 met 1 stemmen
1.915 Het zonnelicht is neergedaald
en ‘t gaat bij andere lieden,
verwacht en welkom-weer onthaald,
de dag hun doen geschieden.
Het morgent daar, het avondt hier,
en wonderschoone verven
zie ‘k wentelen in het westervier,
en stille, stille sterven.
‘t Was rood eerst, helder peers weldra;
en, blauw- en blauwerwendig…
Brand los, mijn hert
poëzie
3.7 met 7 stemmen
1.588 Brand los, mijn hert, van al dat uw
gevlerkte vlucht ombindt;
brand los van kot en ketens, nu
de wenende oge ontblind;
brand los, mijn hert, 't is nu, 't is nu
dat de hemelvaart begint!…
De koning is gekommen!
poëzie
4.0 met 2 stemmen
1.212 De grote zon, de zomer is
ten oosten uitgeklommen,
bezoekende zijn koninkrijk...
De volkeren, de groten en
de klenen, alle lieden
hem koninklijk begroeten gaan
en blijde inkom bieden.
De mannen zijn veel sterker nu
ten arbeide, en de vrouwen,
ze slaan wel nog zo dapper, met
de la, de weefgetouwen.
De jongens…
DUIVEN
poëzie
4.2 met 5 stemmen
1.576 Klap-klap-klap,
m’n dertien duiven
slaan hun vlerken, de ene op de aâr;
klap-klap-klap,
en henenschuiven
doen ze, van mijn dak mij daar.
Klap-klap-klap,
ze spelevaren,
rinkelrooiende, altemaal;
klap-klap-klap,
van harentaren
ommenton, in éne haal.
Klap-klap-klap,
zij zijn daar weder;
hoort ge vlug hun vlerken slaan?…
‘k Hore tuitend' hoornen
poëzie
3.0 met 1 stemmen
1.301 ‘k Hore tuitend' hoornen en
de navond is nabij
voor mij:
kinderen, blij en blonde, kom,
de navond is nabij,
kom bij:
zegene u de Alderhoogste, want
de navond is nabij,
komt bij:
‘k hore tuitend' hoornen en
de navond is nabij,
voor mij!
(8/8/1860)…
WIEROOK
poëzie
5.0 met 1 stemmen
1.978 o Wierookgraan,
geronnen traan
van ceder- en van lorkenstammen,
gebedenbeeld,
daar ‘t vier in speelt,
en ‘t vonkelen van ‘s herten vlammen.
Geen gave van
fijn goud en kan
mijn hand de Heer, geen myrrha bieden,
maar wierook zal,
en overal
en allen dag, Hem dank bedieden.
o Wierookgraan,
in…
DE WILDE WIND
poëzie
4.5 met 8 stemmen
2.439 Door ‘t haaghout raamt
de wilde wind,
verblind,
zijn reuzensprongen:
en al dat ooit
hem tegenstaat
verlaat
hij, losgewrongen.
Gebogen hier,
gebroken daar,
malkaar
de bomen schenden;
die, scheurende uit
de gronde, huis
en thuis
de gruw inzenden.
Nu maalt hij…
V U I S T R E C H T
poëzie
3.5 met 2 stemmen
1.644 Ellendig al me' leven,
zonder oost
of troost:
van iedereen verlaten
en verraân,
voortaan,
waar wil ik me gaan lopen,
om de liên
te ontvliên,
die, zegezingend, zoeken
mij die hals
onvals
te kerven, die de leugen
hun, te leed,
verweet?
Ik vare en heb noch…
Meidag
poëzie
4.2 met 5 stemmen
2.561 De kerzelaar zijn trouwgewaad
heeft aangedaan:
vandage moet hij, meidag is ‘t,
ter bruiloft gaan.
Elk taksken is een priem nu, die,
bewonden, wit,
tot tenden, in een witte schee
van blommen zit.
Beruwrijmd, was hij schoon, wanneer
de winter woei:
veel duizendmaal is schoonder nu
zijn blomgebloei…
DE WAGEN DES TIJDS
poëzie
4.0 met 2 stemmen
2.636 Daar kwam er een wagen
vol nachten en dagen,
vol maanden en uren en stonden gereen,
fel trokken en weerden
hen' de edele peerden,
die zesmaal vier hoefijzers kletteren deen.
Al rijdend, al rotsend,
al bokkend
en botsend,
al piepend en krakend, zo vloog hij door stee;
en, als hij was henen
en verre verdwenen,
toen waren de dagen…
Canteclaar
poëzie
4.7 met 3 stemmen
1.868 Gekamde koning Canteclaar,
hoe geren zie 'k u komen daar,
gestapt zo edeldrachtig
als Alexander, Attila,
of Karloman zijn wederga;
heel keizerlijk almachtig!
Gij kraait, terwijl ge uw vlerken slaat,
en 't stemgeluid dat henengaat,
uit uwe hals gedreven,
herwekt het slapend mensendom,
het boodschapt hem de dag weerom,
de dag, het licht…
PEREN
poëzie
3.7 met 3 stemmen
3.092 Gebogen hangt het perenhout,
bevallig, onder ‘t menigvoud
gedrag, dat hem bewonderen laat
alom, en op de bomen staat.
Zo druiven, in malkaâr geklist,
bij grote en dikke krabben is ‘t,
dat top en takken, scheefgelaân,
bezwijkend, van de peren staan.
Hoe schone, als ‘t lieve zonnelicht
daarop zijn mooie stralen zicht;
en, geluw-, groen-…
Maak pompen van kanons
poëzie
4.0 met 1 stemmen
1.685 Maak pompen van kanons
en speiten van geweren,
al 't vechten is voorbij,
't is vrede weere in 't land.…
HEBT GIJ TINEL
poëzie
4.0 met 2 stemmen
2.345 Hebt gij Tinel,
Edgar Tinel gezien,
gezien, gehoord, gesproken?
En heeft hij u
dat overstoflijk brood
van zang en spel gebroken,
op zijn klavier?
En heeft hij dit klavier,
bij felle meesterstreken,
schier levend doen
zijn woord, zijn hart, zijn ziel
en zijn gedacht uitspreken?
Hebt gij Tinel,
Edgar Tinel gezien,
gezien en hem verstanden…
Slapende botten
poëzie
3.5 met 4 stemmen
3.574 Ten halve afgewrocht,
ontvangen, niet geboren;
gevonden algeheel,
noch algeheel verloren,
zoo ligt er menig rijm
onvast in mij, en beidt
de aangename tijd
van volle uitspreekbaarheid.
Zo slaapt de botte in ‘t hout,
verdonkerd en verdoken;
geen blomme en is er ooit,
geen blad eruit gebroken;
maar blad en blomme…
‘t Viel water nu genoeg, of nooit!
poëzie
4.0 met 1 stemmen
2.237 ‘t Viel water nu genoeg, of nooit!
De wolkenschepen dragen
hun lijnwaad al ten toppen uit,
die hier gewinterd lagen,
de al te lange regentijd:
vandage gaan zij varen
en vluchten voor de westerwind,
die rotelt in de blâren.
‘t Is nat alom: de zoden zijn
doordronken; al de paden
zijn modder, moze en vuiligheid
geworden; overladen
is ‘t loof…