Mijn zwijgende woorden,
dwarrelen langzaam naar benee,
warmte strijkt over uw porceleinen verschijning,
glijdend over de groene bosbodem,
vallend op de grond,
Maar koud is nu de nacht,
de winter is gevallen,
mijn naakte stam en wortels,
verlangen naar de rijke bosbodem,
die enkel een tijd is heen gegaan,
een tijd van sterfte,…
De ruisende golven,
brengen met zich mee,
de met bloesemen bedolven,
wiegend op de speelse stroom, gedwee.
Een bed vol met vlammende rozen,
obscuur een schim bedekkend,
zijn randen likkend, liefkozen,
steeds meer nageslacht verwekkend.
Een mysterieuze gloed strijkt dan toch neer,
op het parelmoeren, maanreflecterende wateroppervlak,…