De dieren. Ze vieren de zon
beschonken en behaagd. Ze lonken naar
het naakte natte vlees van het jong veulen,
haar gladde blonde manen krampachtig beteugeld
De dieren. Ze gieten hete, dode vellen
gebrand en geroosterd, gezwaveld en zwart
dieper dieper weg.
Met bekers. Met emmers.
Met bakken, vol vet en verdoving. De putten
vullend tot…
Kunt u de pijn precies aanwijzen?
een brede witte jas ruikt naar herfst
en schoonmaakmiddel
Kunt u er dan precies wat aan doen?
Te luid lach ik
mijn witte indiaan zal het proberen
Briefopener van het bureau op mijn wang
rustig wacht hij tot ik helemaal ontkleed
roze lappen op de grond
‘Hier’ om te beginnen en ik wrijf
Overal
Ach, dat…
Weckpot
Wangen vacuüm vol woorden
Aan tafel hun gelach
steeds meer zuurstof weggezogen
Ooit zo vers, zo vochtig, ja sappig zelfs
Zinnen met krakende randen
Kijk nu, daar achterin de kelderkast
Een weeïge gedachtensoep
vergeten door moeder
Nee dan de wijn
Gist, gist, gist...
Tot het glas breekt, En hoe!
en de woorden me ontploffen…