Jouw naam dwaalt
als een zacht parfum
door de stegen van mijn verlangen
waar passie en tederheid elkaar bevangen
Jouw ogen kijken
als zachte beddingen van rivieren
door de bergen van mijn kracht
waar de hoop en liefde wacht
Maar oneindig ver
lijk jij bij mij weg te bewegen
als een niet te vangen ster
De dagen klimmen waarna ze dalen…
Ik zucht en jij lacht
we spelen plagend met zinnen
voelen ons verbonden in de nacht
weten schroom te overwinnen
We tasten steeds lichter
over wat genegenheid kan zijn
voelen ons steeds dichter
bij onze goddelijke lijn
Tederheid doet woorden vloeien
wil graag zacht datgene leren
wat voorheen slechts was te begeren
Er is nabijheid in…
Ontdaan
van elke waan
brak de maan in tweeën
en zag de zee
de liefde
genadeloos vergaan
Rozenblaadjes
van geluk
de laatste adem
van stil begrijpen
fluisterden zacht;
'hier eindigt onze nacht'…
Ich hab' dich geliebt
'danach bin ich vergangen
mein' Herz sucht den Tod
Ich kann nicht mehr verlangen
meine Seele ist im Not
gestorben bin ich
ins Abendrot.
* NL *
Ik heb je liefgehad
sindsdien ben ik verloren
zoekt mijn hart de dood
Ik wil niet meer verlangen
mijn ziel schreit in nood
gestorven ben ik
in het avondrood.…
Ze stijgt in mij op,
raakt stille passie.
Roept met klem
snel buiten te komen
vooral niet te vertragen.
Haar ogen dragen
lenteregens van dromen.
Ze hijgt van drama,
kent geen geduld,
wil dat ik in haar stort,
voordat wordt onthuld,
wat in haar is
verdort.
Ik proef,
bloed van innig leven,
een gehaaste dans.
Ze verandert van richting…
Je sluimerde over het pleintje
het was nog vroeg en de bomen fluisterden
jouw ogen droomden een verscheurd gevoel
de zon kwam gestaag door het wolkendek
De wereld leek te draaien
op een paar vierkante meters
en je hart klopte verleden weg
maar de pijn die bleef
Ik lag in bed
roofde de laatste geuren
die jij achter liet
Mijn tranen…
Er viel een stilte.
Onze ogen kruisten.
Ze rilde
en mijn hoop
sloeg om in duizend doden.
De houten vloer,
die al jarenlang
paren had gedragen,
bleek nu,
een donkere zee
van vrees en afgang.
Opnieuw wisselden onze blikken,
nu alleen wij nog beiden wachtten
en haar rode plooien van haar jurk
eenzaam zaten te lonken,
knikte ze onzichtbaar…