in een niet nader aangeduid seizoen
schreef ik in de ik-vorm een tijdloos
en meerduidig gedicht over het raadsel
van het bestaan dat met weemoed en humor
tot nadenken stemde en ontroerde
het had geen strakke vorm er kwamen zeekoeien in voor
en berekeningen van salonbèta's die wel klopten
maar niet van toepassing waren en woorden zoals houtekiet…
hij doet echt zijn best voor haar.
zij houdt ook heel erg veel van
hem. hij weet zelf ook dat hij
niet meer maar kan doen wat hij
maar wil. zij trekt het zich soms
heel erg aan. hij is soms bang.
zij kijkt wel eens sport met hem
op de bank. hij kijkt nu ook
wel eens geen sport. zij lacht om
wat hij soms zegt. hij is lief
zij kookt vaak goed…