Alle inzendingen van Klaes

stukken van zinnen kon ik zelfs verstaan van andere schrijvers,die mij niet kenden ik had het gevoel,dat ik nauwer bij hen stond bij hun taal,die ik lang ontwend was ik luisterde op mijn knieën en keek versuft om mij heen,en verloor mijzelf in de schoonheid van vreugde…

skriuwkeunst rekket ús wat rekket dei? omearmje de wrâld fan it wurd yn in bûnsmaat fan skientme it libben yn in nei ljocht fan kwierichheit wêr rigels feroarje ferwachtings trochbrekke glierend op in weach fan it hjoeddeiske jou ta oan datjinge fan dyn spektrum en lit wurden boppe de mannichte útrize vertaling: schrijfkunst…

vluchtig ontmoette ik een tere bloem wiegend op lentewinden die op weg door krimpend weideland een fris koele winter ontvoerden ze leek op een mens in doorbijtend streven vroegere tijden, drang naar lenteleven doch ter plaatste verbonden aan moeder aarde alsof het levensvuur in haar zichzelf reeds bluste terwijl ze naar elke nieuwe dag…

mijn vingers voelen als opgezette ballonnen watten in m’n kop m’n hart is doof en luistert niet waarnaar ik verlang strandend in het donker ga ik terug naar mijn gevoel…

hij was heel stil en dacht niet veel zijn hoofd open gewaaid zijn tastorganen kruipend een zoeker in de tere lucht een poëet die in de ruimte ziet zoals een man die op de verschansing hangt en naar de zee ziet zoet glijdend het middelpunt zoekend daar waar het licht breekt en schrijft met lange handen…

de ochtendlucht was water op rode bessen de avondzon een kers op brandewijn ik hoor dwarsfluiten in mijn minnekozen ergens moet een lied ophanden zijn gewiegde vruchten in een strelende stilte in late slaapwandelende geluiden ik doe moeite om ze vast te houden verzen komen aanstromen in pianospelen maar ik ben bang voor schuimende nachten…

adem draagt een sluier in frisheid en ik voel hoe lente mijn lippen toucheert vastbesloten te ontluiken in de schoonheid van verhemelte één moment slechts…… maar genoeg om te verlangen…

gestorvene je bent niet heengegaan zoals anderen je spoor is niet doodgelopen niet ver van mij vandaan ben je stil blijven staan er zijn geen woorden voor onder anderen word je verzwegen jij ben de enige van wie ik zeker ben als ik je naam straks noem zul je bewegen…

kleuren vloeien naar positie in dof lila lichaam uitgebloeid in juweel doodskreet aangesmeed aan hemel ogen van bliksem in het oneindige dorst in beproefde ogenblikken er is geen uitweg uren vallen dood neer staan nimmer meer op…

alsof een onbevoegde de wereld ontgrendelde uit een eerste beweging lome lijnen laat oplossen uit een breuk van oude huiden en haar kleuren laat stollen als een ware illusie in de nieuwe dageraad waarin ik mijzelf zag gestrikt in een verkleedpartij in de grillen van leven ik vergat de sprookjes © Klaes 21-03-08…

hoor mij….. in oude geluiden dovend in de sluier van dood zie mij….. in de strohand van het nieuwe land van kraakheldere skeletten ontmoet mij… kwetsbaar in het hart van wedergeboorte…

gedachten sluimeren in beeld van lach het onderstreept schoonheid in beroering…

o, diep mysterie knaag niet langer aan mijn diep verborgen hart laat donkere woorden schemeren in het leven van het onbewuste spookbeelden in mijn lusten drijven onrust in mijn verlangen arme woorden neergeschreven in de gevels van de tijd verbrast in het verlopen licht van vroegere eeuwen…

ik hou het niet meer bij elkaar in de onrust van leven valt mijn geest in snippers uitéén stapels herinneringen troosten mij alle bekleding is bijna weggehaald niets is meer te weerleggen alles vormlozer en breekbaarder dan glas…

je woordgebruik is vreemd de diepliggende woorden in een bast van keuvelend bomen wezenloos van afkomst en spruit krenkend in knop die het murmelen van stilte hoorden sinds hij het bestaan in de doofpot stopte van wat in janken wordt geboren…

geleefd heeft hij in grote lijnen maar het einde heeft hij nooit kunnen zien dat zijn de touwtjes van het lot want de dood laat ons maar ééns leven…

struikelend over de restanten van leven zie ik gedaantes die geen stem meer hebben onherkenbaar zonder kracht op sterven na dood zie hoe dodelijk het leven is………

tussen beeld en nabootsing in de lijnen der ijdelheid in de sentimentele verbeelding van het bezopen geheugen in die kronkels beweeg ik mij op zoek naar geschikte woorden het is aan mij wanneer ik mij aan een frase waag als een onbevreesd roodborstje dat tegen het raam tikt zo tik ik mijn poëzie in een nest van zinnen van het brein…

jij kent de woorden van seizoenen in de aardse schoonheid van leven drijvend als orchideeën op het water in poeslieve geluiden van speelse echo kruipend en bewegend in een ragfijn spel een meesterwerk gevuld met jouw verhaal overgebleven bladeren ritselen continu in het binnenste van poëtisch geluk dromend loop ik onder portieken tussen…

vitrage bolt door open venster mollig danst ze met de wind in een fluisterende raamscène zachte lijnen als een balletpak sierlijk wervelt haar doorzichtige rok om haar heupen in een sierlijke boog…

ik kom hier zo af en toe omdat het hier zo ouderwets is een vervallen kroeg van zijn groezelige soort aan de oude tapkast met marmeren blad drink ik de plaatselijke cognac tussen vissers en armoedzaaiers in de verbeelding van mijn bezopen brein is die vreemde oude vent van een dichter hier ook binnen rechtop achter zijn glas schrijft…

in tere tinten en gebogen lijnen groeien witte blaadjes in een krans om het gouden hartje van het madeliefje ze bloeit in het buiten schijnen het zonlicht schijnt op haar in zacht gebogen twijgen in het liefelijke ochtendlicht van blank goud golvend pronken kleinmoedig sluimer jij door de wind glimlachend in een woest spel onuitputbaar…

in weemoed van het late licht bloeiden rozen langs de steen waar je nu samen ligt ik kwam hier even in eenzaamheid het is geen triest gebeuren de rozen geuren mild en ik spel de verweerde steen mijn hart in innigheid gevangen in loom bewegen luister ik in de luwte van fluistering van de wind ik hoor jullie stemmen ijl en puur…

eens zal het woord niet langer duister zijn het zal zich splitsen in wereld oude dromen de wekker zal gaan het verborgene zal patronen weven in de honger van heimwee…

nacht schaf raad nu de woorden van dit vers zo tastbaar worden besloten ligt in deze zin waarin ik nog kind was in de vergane tijd van mijn geboortehuis wakend in de tijd zag ik stil op gebonden aan het heden sta ik en hoor verre gezangen ten prooi aan het honende gehuil eeuwen zijn spoorloos heen gegaan verloren in het kosmisch…

als hij vandaag in de schoonheid zou willen slapen zal het een landschap zijn zonder lichaam, langs lijnen met buitenaardse voetstappen waarin betraande ogen gaan sterven in winden van onbestaande realiteit in vernielde verwachtingen in het spinsel van donkere dagen lijkt de dichter in de man dronken van zijn eigen verzen en in het licht…

de nacht draagt zwarte schoenen jouw bekende liederen zal je nooit meer zingen jouw stem was verwondering en verbazing gestorven in de melodie der versmelting jouw naam nu in de wind van verfluistering…

doorweekt in het leven tot buigens toe word poëzie ten vondeling gelegd rond de mate van het mogelijke kijken we onbehulpzaam toe in het handschrift van uitstel ik waag er geen frase meer aan ik kan mijn schrijfspieren wel verroeren, alles blijft toch achter in éénzaamheid in de steek gelaten, in een land met veel dichters…

het leven in duizend dingen verborgen ze nestelen zich in hoeken om ook weer uit te verdwijnen als een hond blaft het naar mij ik neem geen nota om alles te onthouden mijn dingen vliegen ook weer uit als een wild konijn ontglippen ze in alle onzekerheid het verdwijnen bevrijdt me van mijn verleden van dingen die voorbij zijn en verloren…

gedichtendag voor morgen gewoane dingen dy t wy daagliks meimeitsje sitte binnenyn…