Lezen
Is genieten van iemands
rijke fantasie
je onderdompelen
in de middeleeuwen,
het ruimteschip instappen
op weg naar Mars.
Is zorgeloos en vrij ronddwalen
door exotische tuinen of
eindeloze duinen
op reis gaan in de tijd
op zoek naar mensen en
leefgewoonten
je bewegen in het verhaal
je zelf helemaal
los laten.…
Vaak ontmoet ik jou in de streling
van een lentebries die
mijn wang beroert
mijn hart wat warmte geeft
mijn gedachten die naar jou toe zweven
en jouw antenne raken, keren terug met
een innige verbinding die geen woorden hoeft.
Een warm gevoel dringt door mijn huid
kruipt in mijn aders en stroomt met het bloed
naar mijn hart dat zingen…
Traag trekt de stoet voorbij
over de ijsgladde kasseien
't is winter...
omrande ogen...rode neuzen
handen stijf van kou.
't is winter...
klokken luiden zwaar
galmen over bevroren grond
't is winter...
gordijntjes bewegen even
moeder wordt voorbij gereden
't is winter...
achter haar de hele schaar
droef…
De lucht is dreigend
met grijze en donkere
dikke, drijvende wolken.
Meeuwen vliegen vechtend
tegen de wind in
krijsend boven het water,
of in duikvlucht scherend
over het schuimende sop.
Nijdig werpt de zee haar golven op 't strand
met de vele verloren dromen die
al duizende jaren meezwalpen
op zoek naar hun thuisland.…
Langzaam slechts
slenteren de uren voorbij
gevuld met verdrongen gedachten,
het lukt me maar niet
de angst te verdrijven,
mijn hart wordt kleiner
elk moment brengt mij dichter
bij 't gevreesde uur
waarop ik wacht.
Regen
Grijs en donker
rollen de golven aan,
de wind komt van landinwaarts
en buiten de meeuwen
is er geen kat op…
Al lang
verlangt iedere vezel van mijn ziel
naar 't losbreken van de woordenstroom
die mij opjaagt
beklemt..beangstigt
verstikt in schroom.
Als een klaterend beekje
door het dichte bos in kronkels
tussen gevallen takken en dode bladeren
ontsnapt bevrijd
diep ademend
onder kale bomen
ruimte om te uiten
woorden tuimelen
zingen fluiten…
Gekleurd gekruld en okergeel
Pronk je voor mijn vensterraam
even nog genietend van je laatste uren
voor de fatale val
tussen kastanjes en verdroogde blaren
in een plas of op het kort gemaaide gras
nog niets vermoedend van de lange tocht
schuilend voor de koude wind
onder hopen lotgenoten...
in de grijze deemstering
hoor ik je ritselen en rillen…