Vlieger, vlieger, rode vlieger,
voor wie ga je op de vlucht?
Verder, verder altijd verder
door de blauwe zomerlucht.
Hoger ga je dan de vogels,
hoger dan die vliegmachien,
hoger dan de hoogste wolken
tot geen mens je meer kan zien.
'k Wou dat iemand mij eens even
op kon laten aan een touw,
om daar boven rond te zweven
en te schommelen…
Weet gij de reis nog door de regen,
de thuisreis nog, de regenreis?
hoe diep was ons de nacht genegen,
hoe dicht-nabij het paradijs.
Toen vielen wij als snelle vissen
bij waterval en draaikolk neer,
en gleden tot waar gele lissen
zich bogen tot een windstil meer.
En wij die als het water blonken
en geurden als het kruizemunt,
wij dreven…
En ook als het zou kunnen
- de wind mee, een begaanbaar pad -,
loont het dan wel de moeite
uit de woestijn - want dat bezweer ik je,
dat was het - nieuwe woestijnen in te gaan?
O, ik geef toe, ik heb als iedereen
die tussen buitenlanders leeft...
Leeft? Het woord ontvalt me: verblijft. Verblijven moet.
Hoogstens gedoogd als onkruid tussen stenen…
In een hoge groene kamer
-blauwe bloemen op t behang -
waar de wind nog héél lang
liedjes, overal vandaan,
zachtjes in je oren fluistert,
wie wil daar niet slapen gaan?
-----------------------------------
uit: 'Alle vogels vliegen', 1966,
in 'Lees maar lang en wees gelukkig', 2003.…