Het bekken op het warme plein in Rome,
de kille kamers van de vrome doden
geruild voor dit genadig onderkomen:
twee duiven in de kleur van lenteboden.
Hier neergestreken in een hevig licht
en nodeloos alert voor elk gerucht
of staande in een wankel evenwicht
de dorst verdrinkend na de laatste vlucht.
Het hier en nu blijft duren in een vrede…
Men heeft mij toegedekt met duizend namen
door eeuwen vroomheid en ontzag bedacht,
mij op een troon geplaatst, gebrand in ramen,
met milde tonen mijn gezicht verzacht.
Maar Mirjam was mijn naam toen ik nog jong
door zon en wind getekend en getaand
met velen water putte uit één bron
en heuvels wollig van het vee zag staan.
De weelde van een…
Uit de coulissen van het Hippodroom
kwam deze danseres. Haar fonkelogen
verraden hoe zij hoerde zonder schroom.
Zij pronkt beaat, haar woord klinkt onvertogen.
Zij droomt nog wat onwennig in haar weelde.
Of ziet zij lonkend naar de tegenwand
de laatste minnaar die haar warmte streelde,
haar luister gaf en macht van hogerhand?
De volle beker…