Aan het eind van de straat kijken twee oudjes door het raam.
'Schat, de vuilnisbak wel buitengezet?'
'Donderpad? Die kat zal ik vuur doen vreten.'
Daag het monster niet uit, schrob je eigen stoep
vooraleer zwarte ruiters je berijden.
Over liefde zwijgen en in stilte lijden.
De zee is grijs. Vergeet-mij-niet en ereprijs.
------------…
De maan is een jongen en toch lief
hij kijkt onder de wolken
maar ik slaap onder de lakens.
Hij zingt op een onmogelijk uur:
'Niets zijn de sterren, niets is de maan
sterren moeten slapen gaan
en wassen maar moet Jantje Maan.'
Hij mangelt met hoge stem:
'Kirk, je bent geen adonis die nog in
het centrum denkt te staan.
Spock, je roestig…
wind in de tijd - straatkinderen van het Eilandje
wapperen daar bij die vierde toren - ontij croont
voor de thuislozen die kruipen in de lofts van karton
bij de prefabbuildings
waai die daghengsten weg - draai
klimmend als opstandig gras door scheuren in beton
torens zijn de wachters, staan als bakens voor de maan
schepen schaatsen op een ton…
Mijn boot was schroot. Tot ik de zon op de vistrap zag –
brak in duizend manen. ‘Ik tentakel je wel op.
Nu ben je mijn mantel en mijn kraai, jij babbelaar
maar verliefd zijn en gelijkertijd ook koken – neen.’
Ik: ‘Groot veulen knikte goedendag naar de trein daar
tussen Luik en Leuven. Nar op een beer. Wolkengloed
als goud op blauw. Vuurbal…
Hopsa, faldera. Van hobbelpaard tot lijkauto over de kasseien.
Het druilde toen grootmoeder werd begraven.
In september schrobt haar dochter het graf al komt er nooit
iemand langs. Mijn knieën zijn kapot, mijmert ze. Zo veel
verloren jaren. Geef mij een spuitje als ik Alzheimer krijg. Of:
arme bonne-maman had schrik dat de konijnen op het kerkhof…
mijn moedertje is nooit meer slapeloos - dag
ik strand hier op uw graf, nog immer bergaf
het marmer strelen, voel de laatste herfstzon
wat ge niet meer ziet, ben ik aan 't stockeren
wat ik nu doe, ik laad wat wrakhout op mijn
kar want ik ga een wrakhoutscheepje maken
vol kwaliteitsmomenten, plus maar ook min
de baren moe en zinkt…
Dagtrip naar de Z van zee.
'V+V=W. Ruimte en tijd.
Materie en leegte. Kruis of munt.
Hol of bol van dezelfde pet.'
Zoiets zegt je holografische
bewustzijn. Op de dijk - een boot
op wieltjes zoeft voorbij. Op het
strand: daar zijn de wauwwautjes.
De dikke vriendinnenclub zingt
van 'twintig mezenvoetjes', van ''t aapje
liep' en …