hij staart wat uit het keukenraam
de klok tikt langzaam door
verstrijkt de tijd genadeloos
daar zijn geen woorden voor
zijn denken is als vogels
die fladderen in zijn brein
met maar een rustpunt, telkens weer
'kon ik maar bij haar zijn'
zij zit wat suffig in de stoel
speelt met het tafelkleed
de zuster geeft haar stukjes brood
omdat ze…
reeds gekluisterd aan rollator
is zij nochtans de dicator
van de gang
jaagt elk een die onverhoopt
plotseling voor haar voeten loopt
daar op stang
heeft zij niet meer het vermogen
om verbaal nog te betogen
iets van samenhang
god gaf haar deze prothese
om de gangen door te sjezen
nooit meer bang!…
achter zijn ogen vermoed ik
de wereld waar hij woonde
zijn naar binnen gekeerde blik
lijkt te luisteren naar
geluiden van toen
rinkelende melkbussen op een kar
roepende stemmen tijdens het hooien
koeien, bijeengedreven in de zon
de wereld waar zijn leven stopte
en waar het ooit begon
hij zit in de stoel
en kijkt naar niets
ik streel…