het keukenraam
hij staart wat uit het keukenraam
de klok tikt langzaam door
verstrijkt de tijd genadeloos
daar zijn geen woorden voor
zijn denken is als vogels
die fladderen in zijn brein
met maar een rustpunt, telkens weer
'kon ik maar bij haar zijn'
zij zit wat suffig in de stoel
speelt met het tafelkleed
de zuster geeft haar stukjes brood
omdat ze 't zelf vergeet
haar denken is zo heel ver weg
verdwenen is haar zijn
ze is weer thuis, bij pa en moe
ze is weer thuis, en klein
ik zie ze samen op de gang
hij loopt wat met haar rond
laat haar het fotoalbum zien
met kiekjes van de hond
vertelt van annie en van joop
en van de kleine meid
die al zo flink is dat ze zelf
op fiets naar school toe rijdt
hoopvol wacht hij reactie af
een woord maar, of gebaar
verlangt zo hevig naar haar lach
haar handen door zijn haar
als ik weer naar huis toe ga
zie ik hem van opzij
een uitgebluste, oude man
zijn leven is voorbij
Geplaatst in de categorie: woonoord