Nee, geen angst heeft mij gedreven
angst voor al dat is beloofd
een sterveling op zoek naar leven
jambisch kloppen in mijn hoofd.
Wat nog komt is reeds ontvallen
niemand is een gunsteling
'k tracht mijn kracht samen te ballen
'k loop en spring en dans en zing.
Rest geen tijd meer voor verwachten
al 't schoons der wijsheid sterft in de nacht…
Na eeuwen onaantastbaar warm verkeren
weet ik niet waarom ik nu niet huil.
Mijn schuilplaats: 't koel en dromerig negeren;
ons afscheid staat hier als een dode zuil.
O, als ik had vermoed dat uit ons diepst verlangen
deez'onmacht was gegroeid;
de liefde in vlucht gevangen, verbannen en geboeid;
o, had ik het bevroed;
misschien had ik de waan…