de dingen zijn niet beter nu ik je ken
een plek om te schuilen wordt koud
er wordt wat halfnaakt geglimlacht
steeds onduidelijker steek je armen uit
heel vaak wil ik je niet sluiten
toen stortte in viel het glas om toen het leeg was
zuur vreet verder dan de motten vreten
gaten wat niet is zal hechten niet
(room stremt zuur van citroen…
daar is geen droog, peilloos lichaam
sommigen spartelen, als landmensen
of kleven de kanten aan
ze zijn hiervoor het onderhouden
om aan kleding ruimte te meten en ontwateren
al aan de overzij hun onderhuid
een opzwelling vormt hun
afweer, men lijkt niet voorbij te willen gaan
anderen hernemen hun natuurlijke ademhaling
met kracht de…
niemand wordt hier zacht gewassen, sterker
wel ruiken de zusters
is dit het mes nog dit hier
is het stoplicht al, de afstap van de illusie
kan een ander nu de hand slaan
aan, het heft plakt in eigen hand
------------------------
uit: 'Resistent', 2006.…
vraag ik mijzelf liefste
wat doen we vandaag als
de gordijnen opengaan
klinkt er muziek van verpozingsaard
dat ik van pure denkkracht braken wou de weg
naar mijn bedluchtgemoed
slaap ik in als het meisje uit het sprookje
met de beren slaap ik in
jouw niet schone bed dat hevig naar jou ruikt
wat gek is want zo goed ken ik je niet
maar…
wij schuurden de piek een weinig voorzichtig
alvorens wij ons voortvluchtig
voortbewogen waar we liepen
de voetangels en het werd ons zelfs
niet zwaar te moede, plaag en pijn om het
even drukten hun stempel stevig, het voorwerk
was sluitend geen fastfood gedachte
met zout zouden ze komen
prikkelen, wederom hoge ogen
ware onze kramplach niet…
er is geen onderscheid
de voorbijgaande auto is het sluipend dier
waar koren op sneeuw lijkt en aarde fluweel
een weg recht een berg op kan gaan
en de prairie vlak en hard als holland
langs een spoor
of over een spoor door huizen op een lijn
de kerk, de schuur, de opslagplaats
er wacht zijn langs de kant van de weg
in een al…
vraag ik mijzelf liefste
wat doen we vandaag als
de gordijnen opengaan
klinkt er muziek van verpozingsaard
dat ik van pure denkkracht braken wou de weg
naar mijn bedluchtgemoed
slaap ik in als het meisje uit het sprookje
met de beren slaap ik in
jouw niet schone bed dat hevig naar jou ruikt
wat gek is want zo goed ken ik je niet
maar…