Ik sla niet terug
absorbeer elk gevoel
ga onderuit en huil
Ik sla niet terug
ik kan niet winnen
Ik val en ik lig stil
En wacht
Op de wind die gaat waaien
En ik graai naar woorden
Die verloren zijn gegaan
Waardeloos in oren
Van anderen
Van mensen die jagen
En ik maar klagen
Dat het anders moet zijn
Ik weet het ook niet anders…
Ik schrijf een lied, een goddeloos gebed
En adem het in stilte en zing het in duet
Over een dans op meren bekleed met
zilveren maneschijn
Over een natte doch tedere droom
besprenkeld met rode bessenwijn
Over een tweetal ogen in de blik
van de ochtendrood
Over een paar lippen verheven boven
het sterven, de onmenselijke dood
Over haar…
O Sint, o Sint, o Sint
Wat ik nu weer in mijn schoentje vind
God man, wat ben jij een krent
Wees nou eens een keer een echte vent
Geef nou iets duurs,
Iets door de miljonairsfair erkend
Dan is het leven minder zuur
Sta je ook niet meer als vrek bekend
O Sint, wat ben jij toch een lul
Een chocoladeletter en een reep
Dat is toch de reinste…
Deed ik je pijn
zo op een ochtend
Toen ik het zei
Je was alleen
toen ik vertrok
En ik reflecteerde
De parels verdronken
in je ogen
Het water waste
in een waterval
om je heen
En droop in emoties
rood uit mijn pen…