Vanmorgen op straat, verborgen onder het vuil
ligt een vrouw, geen spoor van gehuil
Rode wangen, blonde haren, een sjaal tegen de kou
zo zag ze eruit als alledaagse vrouw
‘O, het verscheen in de krant,’ zei pap bij het ontbijt
een sappige titel erbij, gekozen door een journalist zonder spijt
Uit de straat gegrepen, verdwenen in een steeg…
Een hele collectie regenbogen
Hangt boven in de lucht
En neemt de plek in van witte wolken
Zo grijs als mijn recente dromen
Ik zag mensen lopen
De wedstrijd was begonnen
De trots die ik zozeer koesterde
Toen ik bij het startschot geen seconde verloor
Want aan het eind van de regenboog
Wacht de grootste schat
Op hij die iedereen verslaat…