verderop staan twee wilgen
hoe oud zouden ze zijn
vast jonger dan mijn broer
gisteren gaf ik hem koffie
toen hij het alfabet leerde
hij spreekt weinig
alleen tot mij
ik bekijk hem van afstand
wat lijkt hij op ma
zouden de twee wilgen
de taal begrijpen
die ma in het vreemde land sprak…
De grond waar ik was is zacht
dempte de loop van
jagers en het vluchtend hert
Ik stond er dikwijls
pakte het penseel
verfde de avond en de bladerval
Hij staat er nog
de kastanje in de wei
waar ze mij neerlegde
als een verloren kind…
het lichaam was gebalsemd
voorzien van een afscheidswoord
ik vergat de morgen
hoorde de adem van een kind
we brachten haar naar de stenen
waar ze speelde bij wat wind
het gezicht plooide
voor een vreemdeling
van bloemen hield ze
en het huis
dat voorzien was
van haar handtekening
ik las een roman
kende de reuk en vertwijfeling
rood…
in dit pak zal ik dirigeren
ken elke maat
bevrijd het land van juk
en tirannie
groots zijn de melodieën
waar de wind zich aan vergaapt
steden in puin legt
en zich verlustigt op het land
ik ken de klank
van opwaaiend zand
ze is het lied
dat bij eb sliep…
wacht u op mijn brief
ga zo naar Antartica
steek er een kaarsje op
voor mijn lief
misschien ligt ze
onder het ijs
en anders in
het hemelbed
het is een paradijs
waar ik haar schiep
ze is behoorlijk wit
maar alles is beter
dan een grauw gezicht
in opkomende mist…
Kan dit anders
of blijft het zo
valt er regen op de akkers
of blijft het droog
Is muziek je redding
op dit podium
je hoeft me niet vergeten
ik werk op het land
Laten we dansen
kind zijn in de achtertuin
ik zie regendruppels
op je hand
Kan dit anders
of blijft het zo
of doen we samen
die ene dans…
Op mijn akker zal ik lopen
in winter en drassige grond
zal er korrels en zaadjes strooien
voor een vruchtbaar bestaan
Met de zeis snoei ik de blaadjes
de bloemen en de tijd
ik leef al uren tussen kuil en koren
waar ik mij zo dadelijk uit bevrijd
Ik hoor de paarden zwoegen
zie het land opstaan
een weelderige bloemenzee vormen
tegen…
Dit dorp maakt mij oud
ik graaf naar liefde
en een kalender
waar ik de schooljaren op terug vind
Na het eten wandelden we
een kwartier voor de eerste les
taal was een bloem in knop
die in het voorjaar ontsprong
Het speelkwartier was vrijheid
vooral toen je lachte
nu ben ik het koren
dat knakt in de herfstwind…
De film is bekeken
wat overblijft is
een dorre woestijn
Geen camerabeelden
verhalen over de voetstappen
en het droge gras
op de rotsen
We waren nomaden
gingen van oord tot oord
tot de lens de plek vergrootte
die eens onze thuishaven was…
Er stonden monumenten
op het veld
die door Van Gogh
gepenseeld konden zijn
De kleur geel zag je
soms een blauwe strik
van een zomerhoedje
We lagen verscholen
tussen tarwe en gerst
bekeken de monumenten
Hadden ze de namen
van de verloren zonen
of bleven het onbekenden…