163 resultaten.
Finis
poëzie
3.2 met 4 stemmen
891 Wij weten niet wat komen zal.
Het hart gedenkt wat is geweest:
De vrede van een stille geest,
Vervreemding, duister, overal.
Maar smart en onrecht zijn voorbij.
Wij keerden weer tot liefdes wijk.
Als kind'ren van Gods koninkrijk
Zijn wij herboren, sterk en vrij.
God boog de rechte lijn; ‘t begin
Raakt aan het eind, de cirkel sluit.
De…
Wintermorgen
poëzie
3.0 met 5 stemmen
1.603 De tuin is toegesneeuwd; 't gazon
Ligt onder 't hoge witte duin bedolven.
Maar veilig in hun warme strooien kolven
Wachten de rozen (en mijn hart wacht ook) de Zon!
't Is late nacht, de lamp brandt laag,
De ruiten glinstren van de blauwe koude,
En koel is 't hart, dat gaarne branden zoude
Van ongeduld naar Uwe komst. Vandaag?
O, nacht en…
Schemerliedje
poëzie
4.2 met 4 stemmen
1.463 In de schemering
Is er een fluisteren:
Lieveling, lieveling!
De hemelen duisteren,
Maar klaar glanst hopen en herinnering:
Lieveling, lieveling !
Kom in de schemering.
Handen zullen teer strelen,
En aan uw oor de hele
Hele stille fluistering:
Lieveling, lieveling!
En aan mijn wang uw hoofd gevleid.
Om mij de warme zaligheid…
Zijn ziel en adem was doorgeurd van wijn
poëzie
3.3 met 6 stemmen
1.282 Zijn ziel en adem was doorgeurd van wijn.
Hij leunde in zijn verscheurde kaftan tegen
De deur der kroeg en stamelde verwegen
Van God en wereld en zijn eigen pijn.
'Gunt Gij de mens alleen rampzalig zijn?
Waarom wordt 't leven ongevraagd verkregen?
Maak ons als 't stof waaraan wij zijn ontstegen!
Wees ééns barmhartig en beveel: verdwijn!'…
De appelboom
poëzie
3.4 met 5 stemmen
2.291 Na warme dagen volgen koude nachten.
Als lakens ligt de dauw op bleek en haag
Versteven naar wat zonneschijn te wachten
En slaat in wolken op en regent traag.
De struiken tinkelen met haarfijn ijzel.
En in de hof, de dragende appelaar
Komt uit de damp reusachtig te verrijzen,
Met ronde konen en veel grijzend haar.
O eedle boom, die, boven…
In memoriam
poëzie
3.7 met 7 stemmen
2.097 Er is een schaduwspel van twijgen
en knoppen over 't zonnig grind,
en bloemengeur en licht en wind
verzaligen het grote zwijgen.
Het is zo stil, dat het bewegen
van 't licht wordt of een ver geruis
van vleugelen ging door het huis
en of zich engelen om u negen.
Het is zo stil en wit dit rusten.
Zo slapen enkel Gods gekusten,
zo vredig…
Stil dorp
poëzie
2.9 met 8 stemmen
1.340 De molen heft zijn armen stil
In de blauwe zonnige najaarslucht
En laat ze vallen met een zucht,
Als een moe man, tegen zijn wil.
De huizen slapen, het gordijn
Is neergelaten voor elk raam
Alleen met den blinkende koopren naam
Speelt op de deuren de zonneschijn.
Het dorp is nooit zó stil geweest.
En nergens zweeft een zweem van gerucht:…
De eenzame
poëzie
2.7 met 11 stemmen
2.604 En elke dag opnieuw, bij het ontwaken,
Keert hij zich droevig in zijn bedde om,
Terwijl zijn handen, in nerveus gefrom,
Spelen over ’t weggewoelde linnen laken.
Hij fronselt tegen ’t licht dat door de blinden,
Ten kier gelaten, bleek zijn bed beschijnt,
Zijn tengere gestalte teer omlijnt,
En zoekt zijn mond ten koele kus te vinden.
Hij…
De verzenzegster
poëzie
3.2 met 5 stemmen
1.396 Voor Maria van Royen
Zij zeide langzaam verzen, en het was
Een zoet geruchten als van zomerregen
In windeloosheid, en het zeer genegen
Aarzlend verwelkomen van wachtend gras.
Koelte doorstreek haar stem, alsof een glas-
Kralen gordijn klaar ritselde in ’t verlegen
Bewegen van een hand; dan beefde tegen
De vochte grijsheid plotseling een…
Strofe
poëzie
3.0 met 2 stemmen
1.258 Bloemen en jeugd zijn opgenomen
In een wit glanzen; ons hart is ontdaan.
Zij moeten tot het grote rijpen komen,
In wijde stilte wezen, en voortaan
Zwaarder leven, en schielijk verloren
Gaan aan zichzelf, aan alles vergaan.
Bloemen en jeugd ... een kort rood gloren
Zien wij langs onze tranen slaan.
God, als zij U niet toebehoren,
Waarom blaast…
De vlucht
poëzie
3.0 met 7 stemmen
1.444 Die Gij besloot te zoeken,
Hij ontkomt U niet,
Al kruipt hij in de hoeken
van moeite en verdriet.
Gij weet hem wel te vinden
In arbeids schuur,
Waar hij zich als een linde-
Blad drukt aan de muur.
En mocht hij zich verschuilen
In liefde en plicht,
Een kever in rozentuilen
Tussen schaduw en licht,
Gij schudt hem uit de bloemen
Met…
DE ROOS
poëzie
3.2 met 6 stemmen
1.763 Rijk en luchthartig heeft de roos gebloeid.
Haar zijden prachtgewaad was snel versleten.
Van een berooid hart wil geen mens meer weten.
’t Verhaal van armoe heeft nog nooit geboeid.
Wie wandelt door een leeggewaaide hof?
Wie plukt zich een boeket van dode rozen?
Trots dorens wordt een jonge knop gekozen.
Men waagt zijn bloed niet voor dor hout…
LENTE
poëzie
3.6 met 10 stemmen
1.682 De hemel luwt, de lente staat te komen.
De vis spat als een vonkenzwerm omhoog.
De vogel tooit zich met de regenboog.
En eensklaps bloeien de verstokte bomen.
Een rode bliksem slaat dwars door het bloeien.
Een rood gewaad heeft mijn bestaan verschrikt.
Verbleekt heb ik de chaos ingeblikt.
Boven de oergrond hang ik ijl te bloeien.…
Uit valse liefde schiet geen lichte straal
poëzie
3.3 met 9 stemmen
1.541 Uit valse liefde schiet geen lichte straal.
Een ashoop is zij, vlammeloos en vaal.
De ware liefde kent geen jaar en dag,
Geen vroeg en laat, behoeft geen slaap en maal.…
Litteratuur-geschiedenis
poëzie
3.2 met 4 stemmen
1.373 Wat in een tijdperk maakt een dichter?
Als plotseling een door het slichte
Gelijke hout breekt, en de ruimte zoekt,
Dwars door de christelijke gebeden vloekt,
Maar in de avond is te vinden op de knieën
Van stilte en schemering, en 't zoet
dat hij verwierf, afgeeft, en boet.
--------------------------------
uit: Nalezing X (1938)…
De brief
poëzie
3.6 met 5 stemmen
1.859 Toen de avond de kamer innam,
Werd de spiegel met licht gevuld.
De brief, die ik niet meer lezen kon,
Glansde koel als het zachte gezicht
Van een kalm gestorvene,
Wiens lippen een vleug warmte vasthouden
Om onze laatste kus niet te verschrikken.
De samenvouwing der handen
Wil ons naderen reeds niet meer kennen,
Hun verstrengeling weert ons…
God heeft u van mij afgeëist
poëzie
3.2 met 11 stemmen
1.838 God heeft u van mij afgeëist,
En nu de tedere avond grijst,
Buig ik, niet meer vermetel,
Bij uwe lege zetel.
Hoe zal ik zeggen, ziek van leed:
'Hij doe, al schijnt het nog zo wreed,
Wat goed is in Zijn ogen,
Zijn recht is vol meedogen.'
O dit, dat Hij zijn kinderen slaat,
En plotseling in hun midden staat
Om 't liefste weg te rukken…
De minnenden
poëzie
2.7 met 3 stemmen
1.539 De hemel is zachtgrijs
Als de as van een cigaret.
Er is niemand die op ons let
Dan de speelman met de zeis.
Over de jonge sneeuw,
De glinsterend reine,
Schaduwt zijn fijne
Wapen, wij geven geen schreeuw.
Wij weten het, als een riet
Zal hij ons plots afsnijden.
Maar zaligen durven lijden
En letten op hem niet.…
De vlieg
poëzie
3.8 met 5 stemmen
1.691 Het brommen van een vlieg is in de kamer.
Ik kan niet werken door dat domme brommen.
'k Sla met mijn waaier, links en rechts, vergeefs.
De Keizer houdt niet van mijn hekeldichten.
Hij heeft soldaten om mij uitgezonden.
De Hemelzoon stoort mijn gezoem de rust.
Ik ben naar deze schuilhoek uitgeweken…
HOOGZOMER
poëzie
3.6 met 7 stemmen
1.930 De slaap ontwijkt in deze lichte tijden.
De schemering verdiept tot donkerblauw,
En vóór dit zwart wordt, komt het morgengrauw
Reeds als een rook de hemel overglijden.
Klopt ’t bloed zo zwaar door onze ontruste rust?
Zijn het de maaiers die hun zeisen haren*?
Valt er een schaduw binnen van de blâren?
Is dit een droom? Spoken hier dood en lust…
DE DICHTER
poëzie
3.7 met 6 stemmen
2.479 Er leven velen in hem, maar zij sluimren.
Hij mag hen niet ontwekken, en hij wacht
Of geen zich wakker woelen zal, en zacht,
Een duif, tot ’t leven kringlen zal en tuimlen.
Als hij hun schaduw in de grijze nacht
Bewegen ziet, en waagt in de gezichten
Een licht te wekken en met hen te richten,
Bespeurt hij dat hun masker hem veracht.
Zij…
Geen andere goden
poëzie
3.7 met 6 stemmen
3.217 Vergeef! verlangen, aards en heerlijk,
Dat plotsling aan de ziel ontsprong,
Een jong begeren, maakte jong,
En hield zijn glans, ook toen het deerlijk
Besef ons met ontzetting sloeg,
Dat wie de hemel wil verwerven
Zijn liefste afgod moet ontstèrven,
Zelfs als hij hem ten vure droeg.
3/4-12-1933…
Ik mat van dag en nacht
poëzie
2.9 met 8 stemmen
3.754 Ik mat van dag en nacht
Het licht en donker laken,
Een luttle spanne langs
Der eeuwigheden el.
En vroeg: wat moet ik van
Dit snipperlapje maken?
'Uw altoosdurend kleed,'
Sprak Hij, 'en maak het wel.'…
Kwatrijn
poëzie
2.8 met 12 stemmen
3.380 O minnespel en zoete beuzelpraat,
O sleutel waar het hart mee opengaat.
Wat maalt de liefde om kennis en om geld.
Zij wil de gloed van handen en gelaat.…
Kwatrijn
poëzie
3.4 met 10 stemmen
2.547 Wat baazlen zij van zede en wet en recht.
Die zijn zo grillig als een vrouwenvlecht,
Dan glanzend en dan streng, los en stijf saamgebonden,
Altijd verwarrend en maar zelden echt.…
De banneling
poëzie
4.0 met 13 stemmen
2.937 Hoe bar, hoe onverzoenlijk bitter
Heerst wintertijd over het land.
De bodem prijkt met wit geschitter.
De maagre boom staat zwart verbrand.
De onzaalge boom schudt zwarte kraaien
Onwillig over 't witte land:
Een groot penseel dat onheiltekens waaien
laat over het geduldig land.
Ik kan de vreemde tekenen niet lezen.
Ze omdwarrelen mij vluchtig…
DE VIS
poëzie
3.8 met 18 stemmen
2.760 Ik wierp mijn hengel in het water.
De vis beet, en ik ving de vis.
Ik doodde de vis, ik kookte de vis,
Ik at de vis, de vis at mij.
De vis was giftig, ik moet sterven.
De vis groeit in mij, ik verminder.
Zijn bek bijt en zijn vinnen steken.
Ik ving de vis, de vis ving mij.…
Ave Christus! praemortui te salutant*
poëzie
3.4 met 9 stemmen
2.916 Dit is ons laatst verlangen
In onze laatste nood,
Nu harten en gezangen
Zijn volgestroomd met dood:
O Christus, dood gebloed!
Zie, hoe wij moeten
Ons bloed boeten
Om uw bloed!
Nu bréékt het leven open,
Een vrucht van rijpheid rot.
Wij stellen onze hope
In 't uiterst nòg op God!
O Christus, opgestaan!
Open uw paradijzen!
Laat ons met…
Sanctus
poëzie
3.4 met 5 stemmen
1.873 Gij hebt de geselende regen
Gedreven door het dorrend lof.
Tot vaste vloet ligt 't mulle stof
Gebonden langs de hete wegen.
Een vogel, uit zijn vleugelveren
Klappert een kleine zilverbui,
Verschikt zijn natte halskraag lui,
En fluit verwonderd een paar keren.
Gij hebt de wereld rein gewassen.
De velden gonzen; in de plassen
Vist kalm…
Gloria
poëzie
2.7 met 12 stemmen
2.394 Nu is de lucht zo teder groen
Als 't ritselen der vroege lente.
Knapen plantten hun blanke tenten
In schaduw van het fors plantsoen.
Nu, na de lang genoten dag,
Liggen ze stil omhoog te staren,
En zien de sterren statig varen
En zijn vol goedheid en ontzag.
In deze wijde dadenloze
Dagen is niets door hen verkozen
Dan lach en milde heiligheid…