hij kiest het tuinpad
achterom
weer langs de wilde rozen
zijn blik schaart over land
waar paarden ongejaagd
zoals de stilgevallen vogels
niet laten blijken
dat er wordt gewacht
haar roep die ver
draagt over drassig veen
en stil zwart water
verstomd
nee, als hij komt
is het om stilte
van verloren heimwee
* duogedicht II…
ik had je gisteren willen geven
hoe mooi het was,
hier gisteren
bij mij
een hemel zwaar van
regen
niet bij mij
aan jou mijn vergezichten schrijven
waartussen stadjes liggen
ingepakt
met jou verdwalen in mijn woorden
eeuwen voelen door een kleine stad
en vertellen hoe de mensen daar
vreugde en leed beleefden
bij het haventje gezeten…