Op deze plaats komen zij samen
hier hangt de vlag halfstok
wij eren de verloren namen
als wijzers rond de zwarte klok
waarom hoor ik mensen krijsen
als we doden gaan herdenken
wil de vlag in vrijheid hijsen
op het veld van stille wenken
in alle stappen die ik zet
zijn jullie voorgegaan
vergoten bloed kleurt mijn baret
tot vredesveteraan…
Nu een twijg de stilte breekt
is de eerste stap gezet
naar een oorverdovend einde
Alle woorden die je spreekt
liegen machteloos verzet
tegen alles wat ons schrijnde
Nu gemeen genot zich wreekt
woekert oud zeer in het bed
dat hart en ziel verkleinde
tot in het eeuwig ongerijmde.…
Op een eiland zonder treinen
volg ik het spoor van zon en zee
de bielzen in mijn hoofd verdwijnen
maar de machinist rijdt mee
met kokkels, zaagjes, slakkenhuizen
en alle schelpen die ik vind
probeer ik jouw dood weg te sluizen
maar ze voelen als bruin grind
als een jutter langs de kustlijn
sprokkel ik mijn laatste deel
liever een zoutpilaar…
Meer dan ons leven geven kon
heb ik je lief gehad
wij putten uit dezelfde bron
buiten de binnenstad
ons hoge gras geurt ademloos
naar vervlogen tijden
de zeis flirt driftig met vers hooi
dat moet leren lijden
je bent te jong nog voor verlies
van een vertrouwd gezicht
ik kies jouw grote teddybeer
tot troost in dit gedicht
uit je dal…
Nu jullie gans zijn uitgedoofd
zet ik de bijl in alle takken
van de stamboom in mijn hoofd
om het leven te herpakken
moet ik de verwachting doden
en in oude wortels hakken
zelfs het mooiste mij geboden
heeft nu alle vrucht verloren
van geloof in jullie goden
niemandsland zal mij bekoren
tot ik uit de laatste strohalm
als eerste nazaat…
Hier breekt een rots de golven
waarin jij voorgoed verdween
mijn evenbeeld eeuwig bedolven
onder een hart van steen
in vlokken schuim stromen wij samen
naar het oneindig strand
en de wind schrijft onze namen
als onverbrekelijke band
laat mij uit je schaduw treden
en zie dat ik de zon weerkaats
om de allerergste reden
op de allerbeste…