lijken uit de kast (duogedicht)
netgedicht
ze tilden zichzelf uit bed
met gestrekte benen
iedere morgen weer
werd gezocht naar
ogen zonder spijlen
wind rook naar de kamer
en een enkel wisseldeken
nog immer waait
hij over nachten en jaren heen
met schimmen, zo dichtbij als gister
aldoor slijpen zij dromen
in halfzijdigen
wrijven tussen hart en steen
eens als de adem zich vernedert…