gevlochten in de staande avond draagt
zij mijn witte huid, het rode haar naar
dageraad in mandoline krullen een vleugje
naam van gospels en geloof als ik haar roep
ze lacht oneven ronder dan het hart van hem
de strak gespannen baskast van zijn stem zingt
hoger door als ik erken, zij is een winterkind
van keer op keer en laagjes liefdessneeuw…
Je stille stem
klinkt in mijn hoofd
De tastbare leegte
vult mijn ogen met verdriet
Herinneringen spoelen voorbij
Mijn hart voelt warm
De tijd staat even stil
Ik lijk wel versteend
Een brok in mijn keel
verstokt mijn adem
Mijn starende blik
kijkt terug in de tijd
Even lijk je weer hier
Al zie ik je wat vaag
Ik hou je voorzichtig…
het is geen dag vandaag
geen stemmen
slechts aangevreten uren
bol van sterven en verkleuren
niemand kleedt zich aan
hier kermen kale vogels
geen duiven
wel waait er een toevallige wind
over een dubbelzout meer
zo vind ik je kleren
het is geen dag vandaag
en als ik je ooit zie
verweekt, vol van vrede
kleed ik mij aan…
Het was gevonden,
Door die ene die mij liefhad.
Het was gevonden,
Gevonden zodat het geopend werd.
Het was gevonden,
Gevonden zodat ik liefhad.
Het was gevonden,
De sleutel naar mijn hart.
Nu is mijn hart gebroken,
Gebroken zodat het nu moet helen.
Nu is mijn hart gebroken,
Gebroken zodat het nu moet helen.
Nu is mijn hart…
een dag kleedt zich aan, rekent zich rijk
smokkelt uren langs mij heen
die ik later terug vind
in abrikooskleurig ondergoed
ik draag 's avonds de verloren tijd
voor de nacht
die haastig de restjes uren ophaalt
alles uitrekt alsof ik geen vrouw ben
een dag kleedt zich, prikt zich
aan schreeuwerige prijskaartjes
raakt ziedend mijn lef…
een man zoekt leven
wikkelt woorden in zilverpapier
spuugt tussen platgestreken vouwen
er wonen geurende seringen in zijn hoed
een vrouw ziet de man
haar handen vouwen lelies
de wind raakt verward
wiegt alles om haar heen
de vrouw schudt met losgeraakt haar
zoete lippen lokken vogels
alsof zij de aarde aantrekt
buigen takken beleefd…
De zandloper der tijd loopt door
heden vergaat naar verleden
neemt alles met zich mee
vervaagt zich tot herinneringen
Verbasterde gedachten gemengd
in doelloze gesprekken besproken
terwijl de zandloper zijn werk doet
en de tijd rustig doorvloeit
Geworden zijn herinneringen
nu voltooid verleden tijd
vergaan in de loper
Herrezen in herinnering…
Al zo lang verlang ik naar jou
je stem je adem je lach
Zie je de aap komt uit de mouw
ik denk aan jou elke dag
Ik verlang naar je jij bent wat ik wil
Mijn dromen en gedachten gaan uit naar jou
En dat maakt mij plotseling zo stil
Ik realiseer me dat ik van je hou
Diep van binnen zou ik je het liefst willen kussen
of anders wil ik mijn leven…
Gehuld in het eenzame
schuim ik door straten
in een schulp verborgen
voel ik jou kijken
nat voelt het vocht
wat van wimpers glijdt
een lint van vlinders
houdt kermis in mijn ziel
in een draaikolk
tolt de liefde in stilte
rond mij heen
zonder jouw warmte
Voelt het hart als steen
Misschien herken je
In sier mijn geschrift
Stuur je…