biografie: Aart van der Leeuw
1876-1931
Aart van der Leeuw [Delft 1876-Voorburg 1931]
Van der Leeuw promoveerde in de juridische wetenschap aan de UvA te Amsterdam in 1902. Hij ging werken bij een levensverzekeringsmaatschappij tot 1907, toen hij zijn ontslag kreeg vanwege een zwakke gezondheid. Hij hield zich daarna uitsluitend met literatuur bezig.
Zijn eerste proza en verzen staan in het teken van de schoonheidsdrift van de Beweging van Tachtig. Hij behoorde tot de kring van medewerkers aan De Beweging van Verwey, waarin in 1908 zijn eerste zelfstandige verhaal, Sint Veit (1905-1906), verscheen.
Zijn poëzie is nu eens retorisch en stroef, dan weer stemmingsvol en melodieus. De inhoud wordt gekenmerkt door een eenvoudig, spontaan-religieus natuurgevoel, waarvan de symboliek, evenals in het proza, voortdurend boven het aardse uitstijgt. In zijn beste werken, Ik en mijn speelman (1927) en vooral De kleine Rudolf (1930), heeft zijn stijl een volstrekt eigen klank gekregen, gekenmerkt door bondigheid en gevoel voor relativiteit. In de eerste roman wil Van der Leeuw aantonen dat de zalige dwaasheid van de droom het ware geluk op aarde brengt. De kleine Rudolf beantwoordt aan Van der Leeuws eenzelvigheid, die uit zijn jeugd stamde en door een toenemende hardhorigheid tot een persoonlijk drama werd. Terwijl Van der Leeuw in zijn vorig werk meestal slechts tot een geforceerd contact met de werkelijkheid kwam, slaagt hij er nu in het aardse te aanvaarden en de tweespalt droom & werkelijkheid met elkaar te verzoenen.
Werk:
- Sint Veit (1908)
- Liederen en balladen (1911)
- Kinderland (1914)
- Herscheppingen (1916)
- Sint-Veit en andere vertellingen (1919)
- De mythe van een jeugd (1921)
- Opvluchten (1922)
- De gezegenden (1923)
- Vluchtige begroetingen (1925)
- De zwerftochten van Odysseus (1926)
- Het aardsche paradijs (1927)
- Ik en mijn speelman (1927)
- De kleine Rudolf (1930)
- De opdracht (1930)
Inzendingen van deze schrijver
89 resultaten.LENTE
poëzie
3.6 met 5 stemmen
1.326 Zon op dunne lenteblaren,
Dans van schaduw voor de voeten,
Wind door opgehuifde haren,
Kushand, lach en vluchtig groeten…
Moet de druk van lange dagen,
Moet de gaaf der ogenblikken,
Dan zo zwaar zijn om te dragen,
Dat die last de knie doet knikken?
Vlindrend vouwen zich de kelken
Om d...
Belofte
poëzie
3.2 met 13 stemmen
2.764 Mijn kind, nu het nog wintert,
’t IJs aan uw voet versplintert,
Stijgt zichtbaar in de lucht
Het wolkje van uw zucht;
Maar als het zomer is,
En ’t hart u vromer is,
Draagt, zonder vorm of smet,
Uw adem het gebed.
Op een gestorven hovenier
poëzie
4.0 met 5 stemmen
2.649 Gul gaf hij wat het park ontbrak;
Begoot met zorg het dorstig groen,
En tastte in loof- en bloemfatsoen,
Naar fel insect of dorre tak.
Hij wiedde 't onkruid, bond de loot,
Bond zacht een roos in voller licht,
Van onder blaadren ruig en dicht,
Hief hij de bleke perzik bloot.
Jaloerse min...
DE BOUWMEESTER
poëzie
3.8 met 12 stemmen
2.286 Zomerse bloei van fier gekruind planten,
Zozeeer heb ik uw gratie liefgehad,
Dat ik met U, het aan uw vorm verwante,
De straat en 't plein versierd heb van mijn stad.
In 't fries der tempels zocht ik u te benaadren
Wat van Uw volheid woekerde in mijn ...
Morgenroep
poëzie
3.3 met 6 stemmen
987 Ik bid U, vriend, maak mij niet wakker,
Wanneer gij vroeg, in lentetijd,
Met snelle tred voorbij mijn akker,
en juublend langs mijn drempel schrijdt.
Mijn van de arbeid bloed'ge handen
Hebben dit hechte huis gebouwd,
Ook deze groene korenlanden
...
Nimmermeer
poëzie
3.4 met 5 stemmen
842 Ik wind de wollen sjaal zo warm
Haar om de schouders, buig mij neder
En kus haar; leunend aan mijn arm
Loopt zij de herfstlaan heen en weder.
Had ik haar ogen toegedrukt,
De handen op haar borst gevouwen,
En lag ik voor de steen gebukt
Waarin haar naam stond uitgehouwen,
Zou zij niet zó...
DE ZOEKER TOT ZIJN ZIEL
poëzie
4.5 met 2 stemmen
747 Nu ik me in 't reinst van de nacht
Met U vereenzamen mag,
Uit zich mijn twijfel als klacht
Gaf ik genoeg U deez' dag?
Werd mijn geduld en mijn daad,
Al wat ik derfde en dorst,
Sier voor Uw leest en gelaat
Lieflijk juweel op Uw borst?
En het geloof in de droom,
't Schoon waar d...
Oost Indische kers
poëzie
4.0 met 2 stemmen
1.382 Hij staat in 't zonlicht, in een vloed van bloemen,
't Verwarde kluwen van zijn kers te ontvlechten,
En zorgzaam, wijl de hommels hem omzoemen,
Helpt hij een stengel om zich vast te hechten,
En iedre nieuwe, rood getroste slinger,
Die hij bevrijdt van wie zijn bloei bedekten,
Betast hij zo...
Het zonnespel
poëzie
4.0 met 1 stemmen
915 Zacht daalde een zondagsrust, ik lei mij dromend
In ’t geurig bloemgoud, dat de wei bemint,
En voor mij rees, het groene veld omzomend,
Een berg van beuken, wuivend op de wind.
Ik zag hun toppen, beurtlings licht en donker,
In vlammend opgaand en weer uitgeblust,
Zich tot dit spel van scha...
Jeugd
poëzie
3.3 met 44 stemmen
7.578 De wakker-waakse haan,
De dichtervlucht der zwaan,
De zwerfse jager: reiger,
De strijdbaar-sterke tijger,
En het deemoedig schaap,
Hen samen leidt de knaap
Eendrachtig aan één band
Door 't rein en eigen land
Vol jonge bloesemsneeuw,
Als in de gouden eeuw.
Hij mijmert, zingt en speelt,...
De dieren
poëzie
4.0 met 87 stemmen
15.701 De landman gaat, nu de avond is gevallen,
En de arbeid slaapt, voor 't laatst zijn hoeve rond;
Hij keurt het werk der knechts in schuur en stallen,
En als zijn schaduw volgt hem trouw de hond.
Hij toeft bij 't vee, en luistert hoe het ademt;
Rond schoft en horen hangt een warme damp,
...
De taak
poëzie
4.0 met 1 stemmen
1.032 O, zeg mij wat ik doen moet, zie
De volheid van mijn kracht ontbloeid,
Betast mijn spieren, buig mijn knie,
Voel hoe mijn wang van aandrift gloeit,
Zegen mijn morgen met een taak,
Gun mij een denkbeeld, geef mij stof,
Dat ik mijn kamer klinkend maak
Van zang en arbeid tot Gods lof.
Missc...
Verwantschap
poëzie
3.3 met 6 stemmen
2.215 Een roos ontluikend en een druif die berst,
In zwellende aar de volle korrels gerst,
Van sparren ’t hars, die traan uit overdaad,
Een vogelgorgel waar het lied in slaat,
Dit dringen voelt de dichter zich verwant,
Daar ’t wordend wonder, dat hém stuwt en spant,
Ook tuinen bloemen zijn...
De bij aan het strand
poëzie
3.4 met 31 stemmen
3.146 Zeg, zwerfse zuster bij,
Gevleugelde schalmei,
Waartoe verliet gij 't zoet der bloemen
Om moederziel alleen te zoemen
Slechts tot de zee en mij?
Verlokte een dichterluim
Ook U tot plichtverzuim,
En zoekt ge, als ik, door 't licht verblinde,
De honing voor Uw droom te vinden,
Ach, in een ...
Onder 't helder koele laken
poëzie
3.4 met 5 stemmen
885 Onder 't helder koele laken,
Waar ik op de sluimer wacht,
Lig ik tussen droom en waken
Voor de drempel van de nacht,
Turend, hoe de beide schalen
Van het duister en het licht
Beurtlings rijzen en weer dalen
In een aarzlend evenwicht.
Als een lelie op het water
Heeft mijn ziel zich uitg...
De gast
poëzie
3.8 met 8 stemmen
2.105 Als gij mij ééns slechts kon vertrouwen,
En Uwe vleuglen saam wou vouwen,
Om aan mijn dis, bij fruit en wijn,
Mijn gast te zijn,
Dan zou mijn huis geheiligd wezen,
En na Uw heengaan zou ik lezen
In ieder ding, als in een boek,
Van Uw bezoek.
Hier rustten zijn handen, zou ik weten,
Wan...
Zinspreuk
poëzie
4.0 met 3 stemmen
1.031 Ik bid alleen om licht...
Licht dat geen zwaarte heeft,
Licht aan het zwart ontzweefd,
Licht dat mijn kennis wijdt
Met zijn doorschijnendheid,
't Rijm en mijn maten draagt,
Dat wie ze leest zich vraagt,
's Avonds bij lampenschijn:
„Kan dit de dag al zijn?"
's Morgens bij zonnegloor:
...
Vogels
poëzie
3.8 met 39 stemmen
4.618 Zij gunnen mij gaarne 't geheim hunner tale,
De roodborst zijn snoeren van bloedkoralen,
De merel heur zang als betinkte bokalen,
En vinken hun klink-slag op eedle metalen.
De duif doet de zoetheid van 't troostende kirren
Zacht druipen om voorhoofd en lippen als mirre,
De nachtegaal...
Een vaasbeschildering
poëzie
3.6 met 12 stemmen
2.592 Een meisje wiegt en windt zich in de dans
Bij 't kwelen van heur zusters dubbelfluit;
Hun vreugd verwelkt niet, eeuwig bloeit hun krans,
En door geen moeheid wordt die voet gestuit.
Toch droom ik: schonk een god hun plotsling rust,
Na 't klinken van een laatste, schrille noot,
Wellicht, ui...
Herfstliedje
poëzie
3.6 met 22 stemmen
4.086 Vaarwel, vaarwel.
De laatste bladren bruinen,
De zon verguldt de tuinen,
en maakt hun sterfuur hel.
Vaarwel, vaarwel.
O, schoonste groet,
Van reislust, zuidelijke oorden,
Van afscheid aan het Noorden,
Of zich een vogel spoedt,
O, schoonste groet.
Groet van de dood,
Reeds stalwaarts ga...
De pottenbakker
poëzie
3.8 met 10 stemmen
2.100 De meester zegt: "Geef aan de schaal
De bocht van 't brood; waartoe een fraai bokaal,
Als toch de drinknap in haar holle hand
Lessing genoeg voor elke dorst omspant?
Vergun tot enig sieraad uwe kruik
De gulle welving van een gladde buik.
Zwaar is het leven, ernstig; bloed en zweet
Proeft ...
De herdersstaf
poëzie
5.0 met 2 stemmen
1.053 Ik was nog blond en jong van jaren
Toen ik een sterke, rechte tak
Zag wuiven met zijn vlag van blaren,
En tot hem opklom en hem brak.
Ik boog mij zingend tot hem over,
Dien kloeke telg van de oude es,
En ras verloor hij schors en lover
Onder het knarsen van mijn mes.
Dan heb ik half in d...
De Droom
poëzie
3.9 met 15 stemmen
3.548 Wanneer de hemel vol wordt van gezang
En 't lied op lied het lied te boven stijgen,
Dan zullen alle laagre liedren zwijgen
En is een eind aan onze donkre drang.
Dan plaagt ons langer niet het wreed verlang,
Dat naar een eindloosheid ons hart deed hijgen,
Omdat wij hoopten eindlijk t...
Witte zeilen
poëzie
3.7 met 12 stemmen
2.165 Wanneer ik rustig zit te werken,
Mijn voorhoofd steunende in de hand,
Glijdt somtijds als op vlugge vlerken,
Een lichte weerglans langs mijn wand.
Dan spring ik op, dan zie ik zweven
Voorbij mijn venster langs de stroom
Een sneeuwwit zeil, vreemd en verheven,
Als een versnelling uit de dr...
DE EENZAME
poëzie
3.0 met 8 stemmen
1.181 Wagens dragen mijn ramen voorbij
Geur van het hooi, de oogst der wei,
De maaiers zingen en dansen,
Kindertjes vlechten hun kransen,
Hoog loops het juligetij.
Eenzame heeft mij het lot verplicht,
Woorden te rijen tot blij gedicht,
Die vr...
De bode
poëzie
3.2 met 25 stemmen
3.077 Geen, die de bode welkom heet,
Wanneer hij, hoog in blinkend ijzer,
Zijn speer laat zinken voor de keizer,
En ongenodigd tot hem treedt.
Geen huisman, die hij niet verschrikt,
Wanneer hij, moe van weer en wegen,
Bij 't ruisen van de najaarsregen,
Om herberg tegen 't venster tikt.
...
De jaargetijden
poëzie
3.4 met 16 stemmen
2.197 Lente, de blonde,
Winter en zomer,
Najaar, de dromer,
Innig verbonden
Dansen hun ronde.
Al de bezonde,
Zwellende kelken,
't Rijpen, verwelken,
Elk heeft zijn stonde
In deze ronde.
Wanneer de monden
Van deze teersten
Lachten zij 't eerste?
Wanneer begon de
Dans in he...
Een vaasbeschildering
poëzie
3.2 met 4 stemmen
1.415 Een meisje wiegt en windt zich in de dans
Bij 't kwelen van haar zusters dubbelfluit;
Hun vreugd verwelkt niet, eeuwig bloeit hun krans,
En door geen moeheid wordt die voet gestuit.
Toch droom ik: schonk een god hun plotsling rust,
Na 't klinken van een laatste, schrille noot,
Wellicht, ui...
DE MEEUW
poëzie
3.8 met 6 stemmen
2.252 Tussen de hemel en de zee
Volgde ik het zweven van een meeuw,
Hoe hel zij steeg, dan nederglee,
Een zonnevonk, een vlokje sneeuw.
En dacht, genesteld tegen het duin,
Waar ik dit spel zat aan te zien:
Als ik de meeuw vanaf deez’ kruin,
Bespiedt een engel míj misschien.
Dat duiken in he...
De Planten
poëzie
3.3 met 13 stemmen
2.841 Des morgens als de dauw zijn vocht'ge wade
nog om de perken toegevouwen houdt,
staat reeds de hovenier met noeste spade
te werken in de grond, als groef hij goud.
Eerst moet hij ras de matten die haar dekten
terzij doen schuiven langs zijn druivenkas,
blij in de aanblik van de vroeg gewekte...
Meer van deze schrijver...