89 resultaten.
AAN ZEE
poëzie
4.0 met 3 stemmen
511 0 voorjaarszee, de hyacinthe,
Dit strand, het zuidlijk warm getinte,
Hier moesten Griekse vrouwen gaan,
Diepzingende op de cimbels slaan,
En roepen of het kindje kwam,
Druifpurper op een brandingskam,
Herboren Dionysos,
Die lente brengt naar Argos.
Zij wisten, wachtend voor het water,…
Blijheid.
poëzie
3.0 met 2 stemmen
539 Kom broeder, snijd het riet
In ongelijke pijpen,
Dat fluks tot vrolijk lied
Uw vruchtloos zuchten rijpe.
Dit riet had oók zijn tijd
Van wenen over waatren,
Nu zij 't aaneengerijd,
Dat wíjsjes daaruit klaatren.
Vrees niet met juichgefluit
Uw zwijgend leed te ontwijden;
Het valt tóch eens ten buit
Aan ’t alverwinnend blijde.
Heeft…
DE WERELD
poëzie
3.8 met 4 stemmen
856 Hij hield de handen voor 't gezicht,
Hij dacht door tranen te verstaan,
En in dit duister, diep en dicht,
Zag hij de bonte wereld aan;
Hoe blonk het goud, hoe rees de stad
Gehorend opwaarts voor het blauw;
Wie ooit gezocht had en bezat,
Hoe maakte rook zijn vensters grauw.
Hij nam de handen van 't gezicht,
En Mei liep lieflijk langs…
Geneurie.
poëzie
4.0 met 2 stemmen
486 Ik zoek in oude legenden,
Ik speur in wiegendruk
Naar beelden voor mijn ellenden
En 't kleed van mijn geluk.
Want als de dichters wenen
Moet glanzen paarlenschijn,
En lachjes willen ze er gene
Die niet van zilver zijn.
Wat mag zo heerlijk blinken
Als eêlsteen en brokaat,
En wat kan heller klinken
Dan schild waar 't zwaard op slaat?…
DE DICHTER
poëzie
3.7 met 3 stemmen
517 Toen ik nog daar was, twistten om mijn ziel,
En voerden, met het zwaard gewapend, strijd,
Twee machten, die ik in de handen vie!,
De worm zo noemde ik ze en de oneindigheid.
Maar zie nu naast mijn grafstee opgericht,
Tezaam gebeiteld uit het kuis albast,
En warm besprenkeld door het weemlend licht,
De beide knapen bij hun kus verrast.…
Wens
poëzie
4.7 met 3 stemmen
441 Mijn aar zij zwaar,
Als hem de sikkel telt;
Mijn kroon zij schoon,
Als hem de bliksem velt.
De dood brengt nood,
Zo niet vereelt hem reikt
De hand een pand,
Waaruit de dagvlijt blijkt.
Mijn zon, Uw bron
Springt nog voor aardse dorst;
Ach warm, dat arm
Ik niet zal staan, mijn borst.
Mijn aar zij zwaar,
Als hem de sikkel telt;
Mijn…
VOGELS.
poëzie
3.6 met 5 stemmen
732 Zij gunnen mij gaarne 't geheim hunner tale,
De roodborst zijn snoeren van bloedkoralen,
De merel haar zang als betinkte bokalen,
En vinken hun klink-slag op eedle metalen.
De duif doet de zoetheid van 't troostende kirren
Zacht druipen om voorhoofd en lippen als mirre,
De nachtegaal roert door haar smachten tot tranen,
En hel schalt de wekroep…
HET GRAAN
poëzie
3.3 met 3 stemmen
649 Zon en wind zijn de gezellen
Van de helle vreugd,
Die hun moedwil op doet wellen
In de bloem der jeugd —
Waaiend haar, gekreukte kleedren
En een losse strik,
Zelfs de ziel draagt lichte veedren
Als een leeuwerik. -
Maar zich 's middags neer te vleien
In het warme graan,
Al die gouden arenrijen
Rond zich te zien staan,
En het wonder…
NA EEN ZOMERFEEST
poëzie
4.5 met 2 stemmen
593 Zij keren huiswaarts van het feest,
Hoor, buiten, hoe de stemmen zoemen;
Hun dag is Licht, is goed geweest,
Een dag, om zich, getooid met bloemen,
In blij gezang op te beroemen.
Zijn zij niet warm van dartle lust
In danspas door 't gewoel geschoven?
Wie werd niet op de mond gekust?
En is de vuurpijl, 't volk te boven,
Tot sterren niet uiteengestoven…
Gebondenen
poëzie
3.3 met 3 stemmen
576 Vreugd is een vogel die woont
Hoog boven wolken, in 't blauw,
Waar ze op het nest zit getroond,
Voedend haar broedsel met dauw.
Wij, door het leed, in heur tuin,
Worden te sluimren gesust,
Schemer en bladeren bruin
Weven de wade onzer rust.
Soms komt de zon door het grauw,
Wind langs het lover gevleugd,
Dan snakt ons hart in…
Het huis
poëzie
4.0 met 2 stemmen
620 Dit huis heeft de rust van de maagdelijke duinen
Gebroken noch verstoord;
Het ligt in het nest van zijn geurige tuinen,
Als bracht de grond het voort.
En waarlijk, het wèrd ook gewonnen, geboren;
Een eedle kunstnaarsdroom
Bevruchtte, als het zaad, dat zich mengt met de voren,
Het steenblok en de boom.
En zo uit die paring, dat innigst…
KRANKHEID
poëzie
4.0 met 2 stemmen
501 Neen, nimmer kan in eenzaamheid
Ik met mijzelf verkeren,
Of vleugels hangen uitgespreid,
Een klauw wil mij bezeren;
Een sombre vogel volgt mij staag,
Gekromde kling de snavel,
Bloedrood de pluimen van zijn kraag,
De mantel geel als zwavel.
Hef ik het hoofd, om 't meeuwenvolk…
HEIMWEE
poëzie
4.0 met 1 stemmen
655 O paradijs, o bomen,
Begeerlijk voor 't gezicht,
Kringloop van heilge stromen,
Dag van ondoofbaar licht,
Niet slechts in 't Boek der Smarte
Van 't oude testament,
Maar in dit innigst harte
Waart ge eens door mij gekend.
Ook ík moest eenmaal eten
Van de verboden vrucht,
Ook ik heb neergezeten In
doodsheid en gezucht;
Maar nu niet meer…
ALLEN
poëzie
4.0 met 2 stemmen
494 Zijn het enkel maar deez' weingen,
Die, de Droom te voet gevallen,
Zich aan zijne aanblik reingen?
Neen, ik voel de gloed in allen.
Als in 't najaar vogelscharen,
Zich verzaamlend voor zij trekken,
Blanker dan het schuim der baren,
Kust en duinenrug bedekken,
Eerst in aarzelend gewemel
Angstig door elkander kringend,
Dan -…
DE SEIZOENEN
poëzie
4.0 met 2 stemmen
984 Najaar, vluchtend langs de wegen,
Bijna hebt gij afgelegd
't Rode kleed, dat losgeregen
Enkel aan één gesp nog hecht.
Langs de zoom der bruine heide
Zweef zo ijlings niet voorbij,
Zet Uw ben met fruit terzijde,
En tot afscheid zegen mij.
Ook Uw beide zusters duldden
Bij het afgaan van dit pad,
Dat mijn gul gebrachte hulde
Om een gunst…
ALS ONZE ZIEL NIET ZONG
poëzie
4.0 met 3 stemmen
777 Als onze ziél niet zong,
En vreugdedansen sprong,
Zouden dan wel de vógels zingen,
De bronnen uit de rotsen springen,
En had de storm een tong?
Als onze hoop haar schat
Niet rustloos zocht, en bad,
Zou dan de boom zijn bloei en twijgen
Zó innig hemelwaarts doen stijgen,
Dat hij het blauw omvat?
Neen, als de ziel zeer diep
In…
UW HANDEN
poëzie
3.8 met 5 stemmen
686 Uw koele handen aan mijn voorhoofd, alle
Gedachten die nooit moe van waken branden
Bij dag en nacht, zijn kalm in slaap gevallen.
Vanwaar de tover toch dier trouwe handen?
1k weet dat wind, wen hij de aromen woelt
Uit bloem en voor der vochte zomerlanden
En zo doorgeurd, 't ontblote voorhoofd koelt,
Met minder leniging die klamheid…
DE VOGELAAR
poëzie
4.0 met 2 stemmen
955 Van de appels 't bloesemsnoer,
En langs de groene vloer
Der velden knoop en klit,
Goudgeel, zacht paars, en wit,
De mazen van de zon,
De draad, die 't lommer spon,
Dit is het blinkend net,
Dit is het blinkend net,
Hier heimlijk uitgezet.
Gij, die vervolgt en jaagt,
Loerend wat vlucht belaagt,
0 heilig-groot…
NAJAAR
poëzie
3.0 met 3 stemmen
702 Ons lokt tersluiks een zomerdroom
Terug naar 's hemels regiment,
Wij zoeken weer Gods blauwe stroom
Wiens bedding grens noch bodem kent.
Wij waren 't ook zo lang gewoon
Met elke luide leeuwerik
Te ontstijgen naar dit eeuwig schoon
Ons aard-gebonden ogenblik.
Wij zagen hoe de donkre grond,
Uit zwaarte, lichte wondren…
DICHTEN: SLUIMEREN.
poëzie
4.3 met 3 stemmen
511 Zoals een kind dat zich ontkleedt,
Het glimlacht naar 't vergulde raam,
Het vouwt zijn helder lijfgoed saam
En zoekt zijn sponde, slaap-gereed,
Zo is mijn dichter, ook hij legt
De last of van den langen dag,
Tot hij, getooid slechts met zijn lach,
Stil luistert naar wat sluimer zegt,
De sluimer, een bewogen boom,
Die tot een…
DE WONING
poëzie
4.0 met 2 stemmen
876 Mijn kleine kamer, mijn laag huis,
Eng en vertrouwlijk als een kluis,
Waarover zich van wand tot wand
De grijsheid van de zoldring spant ;
Buiten de drempel het gebloemt,
Dat 't aambeeld en de hamer roemt,
Het goud, waaruit het is gesmeed,
De vinger, die zijn drift bestreed;
Opwaarts, gebeeldhouwd in het groen,
Een eedle boog,…
Vervulling
poëzie
4.2 met 4 stemmen
708 De moeder schuift het venster op en weent,
De kalme kamer ligt van zon doorspeeld
En, op de rand der stervenssponde, leent
De ziel des doden over tot zijn beeld.
Hij kan niet scheiden, want hij ziet zijn mond
Die, als een sikkel door het koren zwaait,
Oogsten deed zinken, zoet-gerijpt en blond;
Maar nu zijn alle velden afgemaaid.…
DE DICHTER TOT DE EINDLOOSHEID
poëzie
5.0 met 3 stemmen
490 Heilige eindloosheid,
Buiten ruimte, buiten tijd,
Slingren zich de zaal'ge reien,
In een eeuwig zich vermeien
Aan U toegewijd.
Eenmaal in de droom
Strookte mij de zoom
Dezer waaiende gewaden,
En ik mocht een oogwenk baden
In die wervelstroom.
Sedert pleegt de dag,
Als een jonge lach
Die zich loswindt van de lippen,
Immer aan de wil…
MORGENDAUW.
poëzie
4.0 met 3 stemmen
762 Rustig wast de man, wiens schande
Biecht noch boete delgen wou,
Zijn van misdaad bloedge handen
In de koele morgendauw.
De eerste leeuwrik dunkt hem wonder,
Stijgend in onpeilbaar blauw,
Waar te nacht nog flits en donder
Vochten met hun vloek en klauw;
Toen hij blind door stormwind waarde,…
MEIREGEN.
poëzie
4.0 met 2 stemmen
692 Regen, regen, van de hemel
't Ledig luchtland tot aan de aarde
Vullend met het lichtgewemel
Uwer zilvren leliegaarde.
Stortend vluchtig nand vermengend
Met de bindkracht van uw zegen,
Zode en zaad een heildronk plengend,
Dat bet groen wordt langs de wegen,
0, ik hoor U over 't water
Fijne maliënkolders klinken
En, een sprookjesrijke…
HET SPIEGELBEELD.
poëzie
4.7 met 3 stemmen
785 Vriend, als gij door de wouden dwaalt,
Zingend Uzelf in 't groen vergetend,
Zingend Uzelf in 't groen vergetend,
Dat mederuisend rijst en daalt
Die broederblijheid welkom hetend,
En gij Uw ziel verliest, verdeelt
In 't duizendvoud gelede leven
Zo gans, dat zelfs de dood een beeld
Uit dromen lijkt, met loof omgeven,
Mocht…
Liefde
poëzie
4.0 met 2 stemmen
758 Vaak heb ik in de slaap geplukt
Een witte, een rode roos,
Knikkende kinderlijk verrukt
Naar 't schoon dat ik mij koos.
Riep zon mij wakker door het raam,
Dan dacht ik: o, de roos;
Op 't dek hield ik de handen saam,
Maar leeg en liefdeloos.
En buitentredend, dromensmoe,
Vond…
JEUGD
poëzie
4.3 met 3 stemmen
617 De wakker-waakse haan.
De dichtervlucht der zwaan,
De zwerfse jager: reiger.
De strijdbaar-sterke tijger.
En het deemoedig schaap,
Hen samen leidt de knaap
Eendrachtig aan één band
Door 't rein en eigen land
Vol jonge bloesemsneeuw,
Als in de gouden eeuw.
Hij mijmert, zingt en speelt.
Weidend zijn zinnebeeld;
Zij kennen aan die toon…
DE WERELD
poëzie
4.2 met 4 stemmen
790 Hij hield de handen voor 't gezicht,
Hij dacht door tranen te verstaan,
En in dit duister, diep en dicht,
Zag hij de bonte wereld aan;
Hoe blonk het goud, hoe rees de stad
Gehorend opwaarts voor het blauw;
Wie ooit gezocht had en bezat,
Hoe maakte rook zijn vensters grauw.…
HEMELVAART
poëzie
4.2 met 4 stemmen
1.238 Als ik beklim de zilvren treden,
Langzaam, en de aarde diep beneden,
Een klein insect in avondglans,
De vonk doet spranklen van zijn dans,
Laat mij dan in mijn armen dragen
De zacht gepelsde, die behagen
Zelfs in de schim zijns meesters vindt,
Warm aan zijn borst zich vleit, en spint;
En dat de hond, wild als een jongen,
Over de heemlen…