inloggen

biografie: Anton van Duinkerken

Anton van Duinkerken [Bergen op Zoom 1903 - Nijmegen 1968]

pseudoniem van Wilhelmus Johannes Maria Antonius Asselbergs 

Van Duinkerken had als publicist maar ook als boeiend spreker en geestig improvisator een belangrijk aandeel in de definitieve emancipatie van het rooms-katholieke volksdeel in nederland; tevens speelde hij een grote rol in de toenemende culturele samenwerking van Nederland en Vlaanderen. Asselbergs studeerde aanvankelijk voor priester, doch wijdde zich weldra geheel aan literair werk. Hij werd in 1929 letterkundig redacteur van het dagblad De Tijd te Amsterdam, in 1937 doctor honoris causa van Leuven, in 1940 bijzonder hoogleraar in de Vondelwetenschap te Leiden en in 1952 gewoon hoogleraar in de letterkunde te Nijmegen. Door zijn veelzijdige begaafdheid en kritisch-polemische stijl behoorde Van Duinkerken al vroeg tot de leidende figuren van de rooms-katholieke jongerenbeweging rondom het maandblad De Gemeenschap. Toen sommige vrienden zich ontwikkelden in fascistische richting, koos hij onvoorwaardelijk voor de democratie. Tijdens de oorlog was hij enige maanden gijzelaar in St.-Michielsgestel.

Zijn zeer omvangrijk werk omvat gedichten, kritieken, essays, cultuurhistorische beschouwingen en literair-historische studies. In zijn poëzie, die uiteenloopt van verliefd tot hekelend, van vroom tot joviaal, spreekt zijn bewogenheid zich uit in eenvoudige vorm: Lyrisch labyrinth (1930; Hart van Brabant (1936). In zijn kritisch werk toetste hij binnen- en buitenlandse publicaties aan de normen van een ruim katholicisme: Twintig tijdgenooten (1934). In zijn essays verdedigde hij zijn christelijke waarden en waarheden tegen de aanvallen van vitalisme en onkerkelijk humanisme: Hedendaagse ketterijen (1929). In zijn cultuurhistorische beschouwingen toonde hij de grote geestelijke stromingen en samenhangen van de westerse cultuur: Verscheurde christenheid (1937). De naoorlogse situatie en zijn universitaire taak hebben het historiserend element in hem versterkt en de apologetische toon verminderd.

Van Duinkerken ontving in 1960 de Constantijn Huygensprijs en voor zijn essayistisch werk werd hem de P.C. Hooftprijs 1966 toegekend.


Inzendingen van deze schrijver

6 resultaten.

VOORBIJGANG

gedicht
4.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 3.496
Ruiter en paard zijn voorbij. De hoefslag dreunt in mijn oor. De hoefslag herinnert mij Aan al wat ik was en verloor. Nu welhaast onhoorbaar vergaat In de stervende dag het geluid. Wat is van mijn vroegere staat Mijn eigen, mij blijvende buit? Bestaat er alleen voor de geest Een...

Thuis, op het kerkhof

gedicht
4.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 3.350
Tussen de zerken, lezend het verleden Van deze kleine stad, waaruit ik kwam, Waarheen ik telkens wederkeer, vernam Ik achter mij stil wandelende schreden. Verwonderd zag ik om. Even beneden Het kruis in 't midden draagt een vrouw een vlam. Dit stenen beeld, vlak naast een...

Heugenis aan een landverblijf

gedicht
2.0 met 16 stemmen aantal keer bekeken 5.634
Wij zagen op het smalle wandelpad Hoe 's morgens rond uw huis de bomen waren Aaneengeschaard als wilden zij bewaren In stilte's koelte een heimelijke schat, Tot op het eerste kraaien van de hanen De wind zacht heensloop uit zijn nacht-asyl: Een zwerver langs de weg, en wie 't beviel...

Herkenningsteken

gedicht
3.0 met 48 stemmen aantal keer bekeken 17.037
Een klerk herkent men aan zijn hand, Een koning aan zijn beeldenaar, Een vingerafdruk wijst, wat kant Men zoeken moet naar stokebrand, Bankrover, dief of moordenaar. Doch wie de dichter kennen wil Moet raden wat verborgen pijn Hem zo geduldig en zo stil Doet buigen voor de vreemde...

Ballade van den katholiek

gedicht
4.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 8.024
Aan Ir. A. Mussert, die zich in zijn propagandablad van vrijdag 6 december 1935 veroorloofde te schrijven over ‘den zich katholiek noemenden Van Duinkerken’ Jawel, mijnheer ik noem mij katholiek, en twintig eeuwen kunnen ’t woord verklaren aan u en aan uw opgewonden kliek, die blij...

DE STILLEN

gedicht
3.0 met 39 stemmen aantal keer bekeken 19.449
Eenzaamheids achterdocht, gevoed door waan, Kweekt groter kwaad dan roekeloos vergeten Van wetten, waardoor veiligen zich weten Behoed tegen een snel en stout vergaan. Wie zonder schaamte geile lust belijden, Maken zich schuldig, maar zij weten toch De grootste zondigheid van 't kwaad te...