biografie: Louis Couperus
1863-1923
Louis Couperus [Den Haag 1863 - De Steeg 1923]
Louis Couperus wordt beschouwd als een van de grootste schrijvers die Nederland heeft voortgebracht. Zijn klassiek geworden oeuvre geeft een meesterlijk beeld van de fascinerende wereld rond 1900. De ontwikkelingen in het maatschappelijke en culturele leven van die dagen heeft hij in zijn romans en verhalen vereeuwigd.
Couperus is een veelzijdig auteur. Zijn veelzijdigheid is net zo indrukwekkend als de omvang van zijn oeuvre. Met een onuitputtelijke fantasie, werkkracht en stilistische variëteit schreef hij psychologische, mythologische en historische romans, verhalen, sprookjes en gedichten. In zijn reisbeschrijvingen en feuilletons toont hij zich een scherp observerend journalist.
Ondanks dat Couperus zich niet wenste te beperken tot één genre of stijl, wordt zijn werk gekenmerkt door een aantal thema's dat zijn oeuvre een hecht karakter verleent, zoals het noodlot, het tragische voorgevoel en het verval.
Biografie
1863 Louis Marie Anne Couperus wordt op 10 juni geboren te Den Haag als jongste van elf kinderen van Mr. John Ricus Couperus, gepensioneerd raadsheer in de beide Hoge Gerechtshoven in het toenmalige Nederlands-Indië, en jonkvrouwe Catharina Geertruida Reynst.
1869 Bezoekt hij de lagere school aan het Buitenhof te Den Haag
1872 Op 8 november vertrekt hij met zijn ouders naar Batavia, Nederlands-Indië.
1878 In de zomer keert hij met zijn ouders terug naar Den Haag
1880 blijft in juli zitten in de derde klas van de Hogere Burgerschool Bleijenburg. Onderwijs van Dr. Jan ten Brink.
1881 blijft in juli weer zitten en verlaat de school. Gaat onder leiding van Dr. Jan ten Brink en Dr. A.W. Stellwagen voor de akte M.O. Nederlands studeren.
1883 Debuut onder de naam Louis C. in het juninummer van Nederland met 'Erinnering'. In het oktobernummer van De Gids verschijnt onder de naam Louis Couperus een gedicht in terzinen 'Santa Chiara'.
1884 in juni verschijnt zijn eerste verzenbundel 'Een lent van vaerzen'.
1886 Slaagt op 6 december voor de akte M.O. Nederlands.
1887 Van 17 juni tot 4 december verschijnt Eline Vere als feuilleton in het dagblad Het Vaderland.
1890 In oktober vertrekt hij naar Parijs.
1891 In januari keert hij terug naar Den Haag. In september viert hij zijn huwelijk met zijn nicht Elisabeth Wilhelmina Johanna Baud, in 1867 geboren te Batavia.
1892 In mei verblijf te Brussel. Begin van het zwerven.
1893 In januari eerste reis naar Italië, die midden februari plotseling afgebroken moet worden door het overlijden van zijn moeder. In het najaar de tweede reis naar Italië.
1894 Vestigt zich in juli in de Jacob van der Doesstraat 123 in Den Haag. Is tot 1895 redacteur van De Gids.
1896 Tot 1898 reizen naar Frankrijk, Duitsland en Engeland.
1897 Op 31 augustus benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
1899 In februari vertrek naar Nederlands-Indië. Verblijf te Tegal en Pasoeroean.
1900 In maart terug in Den Haag. In september vestigt hij zich te Nice, Villa Jules. Vanaf die datum talrijke reizen naar Italië, vooral Rome en Florence.
1902 In oktober overlijdt zijn vader.
1903 Met Cyriel Buysse en W.G. van Nouhuys oprichter-redacteur van Groot-Nederland.
1906 Ontstaan van de vriendschap met 'Orlando'.
1907 Nadere kennismaking met de archeoloog Dr.H.R.M. Leopold te Rome.
1909 In november verschijnt het eerste wekelijkse feuilleton in Het Vaderland.
1910 Tot 1912 reizen door Italië en Sicilië.
1913 Van april tot juni een reis door Spanje. In de zomer een verblijf te München.
1914 In de zomer een tweede verblijf te München. In september het vertrek naar Florence.
1915 In februari vanwege het oorlogsgeweld hals-over-kop terug uit Florence. Verblijf bij zijn zwager en zuster, het echtpaar Vlielander Hein-Couperus, Molenstraat 26, Den Haag.
1916 In mei verschijnt de eerste wekelijkse bijdrage in de Haagsche Post.
1918 In oktober in het Verkade Theater aan de Herengracht te Den Haag de opvoering van Eline Vere in de bewerking van Elisabeth Couperus-Baud met Else Mauhs in de hoofdrol.
1920 Medio oktober vertrekt hij naar Algiers.
1921 In mei via Parijs terug in Nederland. In juni verblijf in Londen. In oktober vertrek naar het Verre Oosten als bijzonder correspondent van de Haagsche Post. De reis naar het Verre Oosten voert door Sumatra, Java en Bali.
1922 Reis door Japan, waar hij onderweg zo ernstig ziek wordt, dat hij wordt opgenomen in een Japans ziekenhuis. In oktober weer terug in Den Haag.
1923 Vestigt zich in maart in De Steeg, gemeente Rheden, in een door vrienden en bewonderaars aangeboden huis. Op 4 juni wordt hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Op 9 juni vindt de huldiging ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag plaats. Op 16 juli overlijdt Louis Couperus aan longvliesontsteking en bloedvergiftiging. De crematie vindt plaats op Westerveld. Zijn as is enige tijd later overgebracht naar zijn graf op de begraafplaats Oud Eik en Duinen te Den Haag.
Bibliografie
Het overzicht is chronologisch opgezet, waarbij is uitgegaan van de eerste uitgave in boekvorm.Tevens is het nummer van de Volledige Werken vermeld. Voor een uitvoerig overzicht met kleurenfoto´s van de boekbanden verwijzen wij u graag naar H.T.M. van Vliet: Versierde Verhalen. De oorspronkelijke boekbanden van Louis Couperus' werk (1884-1925). L.J. Veen. Amsterdam [etc.] 2000.
Titel Jaar VW
Een lent van vaerzen 1884 1
Orchideeën 1886 2
Eline Vere 1889 3
Noodlot 1890 4
Extaze. Een boek van geluk 1892 5
Eene illuzie 1892 6
Majesteit 1893 7
Reis-impressies 1894 8
Wereldvrede 1895 9
Williswinde 1895 10
Hooge troeven 1896 11
De verzoeking van den H. Antonius 1896 12
Metamorfoze 1897 13
Psyche 1898 14
Fidessa 1899 15
Langs lijnen van geleidelijkheid 1900 16
De stille kracht 1900 17
Babel 1901 18
De boeken der kleine zielen. De kleine zielen 1901 19
De boeken der kleine zielen. Het late leven 1902 19
De boeken der kleine zielen. Zielenschemering 1902 20
De boeken der kleine zielen. Het heilige weten 1903 20
Over lichtende drempels 1902 21
God en goden 1903 22
Dionyzos 1904 23
De berg van licht 1905/6 24
Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan... 1906 25
Aan den weg der vreugde 1908 26
Van en over mijzelf en anderen. Eerste bundel 1910 27
Van en over mijzelf en anderen. Tweede bundel 1914 27
Van en over mijzelf en anderen. Derde bundel 1916 27
Van en over mijzelf en anderen. Vierde bundel 1917 27
Antieke verhalen, van goden en keizers, van dichters en hetaeren 1911 28
Korte arabesken 1911 28
Antiek toerisme. Roman uit Oud-Egypte 1911 30
De zwaluwen neêr gestreken... 1911 31
Schimmen van schoonheid 1912 32
Uit blanke steden onder blauwe lucht. Eerste bundel 1912 33
Uit blanke steden onder blauwe lucht. Tweede bundel 1913 33
Herakles 1913 34
Van en over alles en iedereen 1915 35
De ongelukkige 1915 36
De komedianten 1917 37
Jan en Florence 1917 27
Wreede portretten 1917 27
Der dingen ziel 1918 27
Brieven van den nutteloozen toeschouwer 1917 27
Legende, mythe en fantazie 1918 38
De verliefde ezel 1918 39
De ode 1919 40
Xerxes of de hoogmoed 1919 41
Iskander. De roman van Alexander den Groote 1920 42
Lucrezia 1920 32
Met Louis Couperus in Afrika 1921 43
Het zwevende schaakbord 1922 44
Oostwaarts 1923 45
Proza. Eerste bundel 1923 46
Proza. Tweede bundel 1924 46
Proza. Derde bundel 1925 46
Het snoer der ontferming 1924 47
Nippon 1925 48
Inzendingen van deze schrijver
26 resultaten.Dionyzos-Studiën III
poëzie
3.0 met 21 stemmen
4.717 Nu, lachend, speuren mijn begerige ogen
Naar iedre sater, die ik, marmer zie,
Beschonken, neergezonken op één knie,
De wijnzak drukkende; dra zat gezogen,
Loert naar een nymf hij met zijn scheel gespie:
Zijn dronken vingers bootsen, lustgebogen,
Krambevende haar lichaam na: gedogen
Zal hi...
GETEMD
poëzie
3.6 met 28 stemmen
6.885 In de doodsangst ijlde een hinde door het woud,
De wanhoop in het goudbruin oog, dat staarde,
Dat staarde, of 't ginds ook niet een uitkomst zag,
In 't ver verschiet... Reeds stond het bloedig schuim
Haar op de fijne snoet; de dorens wondden
Heur tere zijden, en de slanke poten
Verwarden zic...
BAADSTER
poëzie
3.7 met 29 stemmen
6.262 Een blanke nymf steeg ze uit het marmren bad,
En toefde op de eerste treê; heur armen beurden
En wrongen 't blonde haar, dat druipend nat
Nog van den amber der violen geurde.
Hoe 't rozig-blond van 't blozend rozenblad
De sneeuw haars teedren lichaams warmer kleurde,
Terwijl van paarlen ...
NACHTBLOESEMS V
poëzie
3.9 met 22 stemmen
5.264 NARCIS
Aan de boord ener beke
Zie ik leliën dromend staan,
Wijl golfjes om haar stengels
Schuimend gaan.
Een rei als van nymfen,
Die zich beuren uit de beek,
Een rei als van sneeuwwitte bruidjes
Zo kuis, zo bleek.
En in ...
O, sluimer zacht!
poëzie
3.1 met 24 stemmen
6.001 O, sluimer zacht!
't is al zo kalm:
Geen vooglengalm
Verstoort de nacht:
O, sluimer zacht!
Alleenlijk trilt
Mijn minnezange;
Die smacht en smilt
Van zoet verlangen,
Nu woest en wild,
Dan bevend-bange
In de avondstilt
Maar, laas, niet acht ge,
Ai, waarom niet?
Mijn zielsverdriet;
En s...
Kom mede in het duister, mijn kind!
poëzie
3.6 met 53 stemmen
7.054 Kom mede in het duister, mijn kind!
Kom mede in het duister, want de avond is schoon!
Als verstomd zijn de vooglen; geen enkele toon
Zingt er de zangrige wind.
Kom mede in het duister, mijn lief!
Kom mede in het duister, waar niemand ons ziet;
Niet ene enkele bloem ons nieuwsgierig bespied...
Nachtbloesems IV
poëzie
3.3 met 18 stemmen
4.662 Blauwoogje
Blauwoogje, dweep je niet met de nacht,
Als in de blauwe elk oogje zo lacht?
Bepareld laten de droomzieke rozen
Heur hoofdekes hangen bij 't schuchtere blozen.
Zag van heur zilvren tinne ooit de maan
Ons met zo lieflijke ooglonkjes aan,
En zuchtte ooit het zoeltje zo zangerig-...
Melodie
poëzie
3.5 met 28 stemmen
10.893 Laat, o lieve, laat
Uw blanke vingren langs
De toetsen fladdren;
En licht.
Laat, o lieve, laat
De tonen kwelend vallen, als
Kristallen dauw,
Die van uw blanke vingren drupt,
En zoet
Vervloeit.
Luchtgewiekte melodie
Zweef klaatrend op!
Of juublend in een zilverlach,
Of smeltend...
S...
Nachtbloesems VI
poëzie
3.3 met 45 stemmen
8.811 Op zee in schomlend schuitje,
Zo rank gelijk een zwaan,
Zou met een schalk-zoet bruidje
Ik willen gaan.
Geen bries, die ook maar even
De zilverspiegel brak;
Hoe zou ons bootje zweven
Op 't glazen vlak!
Hoe zou het golfje kabblen
Met murmelziek gesus!
Hoe spottend zou het...
MAAR 'T ALLERZOETST ...
poëzie
3.6 met 16 stemmen
6.495 Mijn kunst is als een fijn-geslepen kelk
Van klaar kristal, waarin een purpren wijn
Als vol robijnen fonkelt .... Zie, wanneer
Mijn lippen, laafziek, licht de rand van 't glas
Beroeren, koost de smaak mij als een kus ...
Nog zoeter dan zijn smaak is mij de aroom
Des wijns, wen ze, als de geur...
Uchtend
poëzie
3.7 met 11 stemmen
5.660 De mist, uit zilverpeerlen als geweven,
laat in de rozige uchtendschemering,
de helling langs der grauwe heuvelkling,
zijn golvend waas naar 't Westen toe verzweven.
Ter kimme heeft, uit donzen wemeling,
een rozewolk heur gouden wiek geheven.
Door 't dorre hout, waarin de druplen beven,
s...
Ik wil de pure, rechte, marmren lijnen
poëzie
3.8 met 12 stemmen
4.608 Ik wil de pure, rechte, marmren lijnen;
De stille plooien, week en wit en breed;
De kleuren hèl in klare zonneschijnen,
De aromen, druivenzwijmlend, rozenheet.
Ik wil in steden blank op forumpleinen
De mensen móoi in vreugde en zelfs in leed,
Dat ik àl 't nietig kleine in grote en r...
Liedeken
poëzie
3.0 met 12 stemmen
2.567 Ik minde u zo teder, ik minde u
Zo teder met heel mijn ziel,
Wanneer door deze armen omwingerd
Uw hoofd mij ten boezem viel...
Ik aêmde op uw lippen mijn leven,
Ik smolt in een kus aan uw mond;
Ik smachtte om een hemel te geven...
Ai, ’k gaf maar mijzelve in die stond!
Er flikkerde ee...
Een lent van vaerzen
poëzie
3.8 met 5 stemmen
2.711 In dons van wolkjens glijdt ginds
De zilveren sikkel der maan;
Die schijnt een gondel, een bootjen,
Dat vaart op de blauwende baan.
De wolkjens schijnen de golven,
Witgekuifd, met luchtende tint,
En de starren zijn zo schone leliën
Als niemand op aarde vindt.
Was die gondel mijn levensb...
Nachtbloesems VIIII
poëzie
4.2 met 11 stemmen
4.287 Kom mede in het duister, mijn kind!
Kom mede in het duister, want de avond is schoon!
Als verstomd zijn de vooglen; geen enkele toon
Zingt er de zangrige wind.
Kom mede in het duister, mijn lief!
Kom mede in het duister, waar niemand ons ziet;
Niet ene enkele bloem ons nieuwsgierig bespiedt,...
Nachten III
poëzie
1.4 met 5 stemmen
2.252 Wij, armen, laten ons weer en weer bedriegen;
Illusie is behaagziek als een vrouw;
Haar sluier veegt de wolken weg tot blauw
Het Niets weer glimlacht, en de sterren liegen.
Hoop blijft verlokkend ons met liedjes wiegen;
Verdwaasde minnaars, blijven wij haar trouw;
Onze ijdle ziel bindt zich ...
Nooit glijdt een verstandig woordje
poëzie
2.6 met 21 stemmen
7.720 Nooit glijdt een verstandig woordje
Van die rozenlipjes dijn;
Die moeten maar zonder pozen
Aan het schertsen en kussen zijn.
Die moeten maar altoos lisplen:
`Jij bent de liefste mijn!'
Maar meen je dan, dat dit immer,
Mijn schatje, genoeg zal zijn?
Ga ik aan het redeneren,
Dra...
Nachtbloesems VIII
poëzie
3.3 met 12 stemmen
3.531 O, sluimer zacht!
't is al zo kalm:
Geen vogelengalm
Verstoort de nacht:
O, sluimer zacht!
Alleenlijk trilt
Mijn minnezange;
Die smacht en smilt
Van zoet verlangen,
Nu woest en wild,
Dan bevend-bange
In de avondstilt
Maar, laas, niet acht ge,
Ai, waarom niet?
Mijn zielsverdriet;
En sp...
MAÏMA
poëzie
3.3 met 26 stemmen
10.360 De nacht, Maïma, is van maanlicht blond…
De maan, Maïma, strooit heur zilvren tranen
Langs ’t lispelzieke lover der platanen…
O, mengelen we onze zielen in deêz stond !
Met mijmrend oog en murmlensmoede mond,
Zo ligt, o, allerloomste der sultanen!
Gij in uw hangmat wieglende aan lia...
Leda*
poëzie
3.9 met 14 stemmen
8.161 Het avondrood vloeit neer langs tak en twijgen.
Een purperschemer koomt in rozengloed
Het bloesemblanke bladerdak doorzijgen,
En bloost op elke rimpel van de vloed.
Uit haar violen, waar in geur zij rustte,
Verheft ze zich...wat haar dus rijzen doet?
Haar wildzang in d'akanth* heur droom ...
Nachtbloesems III
poëzie
2.8 met 14 stemmen
3.473 III
Het duister omhuifde de velden;
Droef dwaalde het maantje omhoog,
En droef zag het steeds op ons neder,
Als met een brekend oog.
Wij doolden te zaam door de velden;
Wij hadden elkander zo lief!
Ik zoend' haar, en 't zoeltje lispte:
`O, jij diefje, o, zoentjesdief!'
Plot...
NACHTBLOESEMS (II)
poëzie
3.8 met 16 stemmen
4.016 Nooit glijdt een verstandig woordje
Van die rozenlipjes dijn;
Die moeten maar zonder pozen
Aan het schertsen en kussen zijn.
Die moeten maar altoos lisplen:
'Jij bent de liefste mijn!'
Maar meen je dan, dat dit immer,
Mijn scha...
Middernacht
poëzie
3.4 met 29 stemmen
8.903 I
Langzaam galmen
Twalef slagen,
Door de kalme
Beemd gedragen,
Als een gillende
Kreet van smarte,
Plots omtrillende
't Brekend harte!...
II
En voor Jezus' outer
Nijgt de nonne neer.
Heure lippen lisplen,
Purperloos en flets,
Bij 't nauw-hoorbaar wisplen
Woorden des gebeds:
'Uwe...
Nachtbloesems
poëzie
3.1 met 26 stemmen
6.355 De zoeltjens suizlen door de blaêren,
Het maanlicht lacht met luchten straal,
En in de hooge rozelaren
Weertrilt een schelle nachtegaal.
Droomt ge op uw sponde
Reeds in vree,
Of hoort ge, mijn blonde,
Die org'lende bee?
Steeds blijft uw wit gordijn gesloten;
Geen sch...
Zeg, liefken, heugt
poëzie
3.6 met 35 stemmen
7.176 Zeg, liefken, heugt
U nog de vreugd,
Wen op het kabblend water,
Zo spiegelrein,
Als kristallijn,
Zo ruisziek van geklater,
Ons kleene boot
Daar vlugjes vlood
In 't maanlicht, dat er glanste;
Een notendop,
Zoals zij op
De golfjens dobbrend danste;
Een rozeblad,
Waarin ...
Nachtbloesems I
poëzie
3.5 met 38 stemmen
6.007 I
In dons van wolkjes glijdt ginds
De zilveren sikkel der maan;
Die schijnt een gondel, een bootje,
Dat vaart op de blauwende baan.
De wolkjes schijnen de golven,
Witgekuifd, met luchtende tint,
En de sterren zijn zo schone leliën
Als niemand op aarde vindt.
Was die gondel mi...