verwaarloost zijn lijf dat fossiliseert tot
karretje van de geest, z’n tanden roesten
grondlucht hecht zich aan zijn kleding
de grote wereld die hem in de steek laat
In z’n passie de schepping te doorgronden
is hij nog maar zelden van deze wereld
hoofdzaak en bijzaak lopen door elkaar
maakt z’n verhalen oeverloos ongrijpbaar
Geluk, ieders levensdoel…
Verlaten je woning, rouwende mensen dragen je aan de rand
omdat onvergeten liefde voor je familie je levensdoel was,
een hechte liefdevolle band.
Het zachte, warme, liefhebbende,
de open hand gelaten, uitgebreid, lieve vader,
krachtig en wijs, een genade aan ons geschonken,
een groot man heengegaan, respect als herinnering.…
je bent mooi , je bent uniek,
alleen met de kracht van God
kun je met beiden benen stevig
op de grond blijven staan;
je voelt het, je bent sterk in éénheid
met lichaam en geest,
je voelt het leven in dat
wat je ontvangen gaat
intens en zacht de zuiverheid beleven
het apart gevoel
voor je levensdoel
de geur van bloemen in de wind…
Dunne stroken, vals licht
Ongeplooide haren als een waas voor mijn gezicht
Wat kom ik doen, wat mijn levensdoel?
Alles wat ik zie en kan is gewetenloos maar met gevoel
Ik vraag me af, ja wie ben jij?…