de stilte een waarheid kent
het zijn de schreeuwen die mij doen verlangen
naar een ruimte zoals jij zei
de schaamte en spijt
schijnbewegen mijn denken
verstrooid in de toppen
waar de bladeren hun blad omslaan
wanneer de grond realistisch dichtbij lijkt
en ik weet dat ik in tongval spreek
daar mijn tanden zijn versleten
en mijn kaken knakken…
De nacht is zo zwart
en de winden gieren
en voor mijn voet, bange geesten,
slieren
tak en takken, in knakken
verward.
Mijn liefste waar zal ik
slapen
vannacht?…
het leeuwendeel der dividenden
En de bezittingen van grootmama
De douairière De la Sablonière
Uit Soerabaja, zwemmend in het geld
Onder auspiciën van representanten
Van notariaat Jacobse & Van Es
Ten leste mijn rechtmatig legitieme
Erfelijke portie is geworden
Een portefeuille aandelen in suiker,
Groot zestig miljoen hardzilveren knaken…
Toch walg ik van wat groeit
en vertrappel de prille kiemen
en snik met het plotse berouw
om de kelken en knoppen die knakken onder de zool.
Het ijsvlak smelt tot een broos vlies.
De boer gelooft nu al in de vette oogst,
verslikt zich in rekensommen
vergaart het maaisel
en drijft de kudde naar een malser veld.…
Zijn voeten blijven tikken
en zijn stem voelt zich verheven
boven alle grijze haren op zijn hoofd
"Je hebt beloofd dat je zou spelen"
In gedachten speel ik tetris
met de rimpels op zijn hoofd
"De wereld is te boos om in te spelen,
zie je wel, het spel is dood"
Spreken de kloven in zijn lippen
die vernuft naar koffie snakken
Zijn knieën knakken…
Zie 't spartlend goedje schrikken van een hand
Nog nagezwaaid door slim geplante takken,
En hoor die hand een honderd nekjes knakken...
Zonsopgang praalt als vérse vlucht belandt:
Lomp leg 'k mijn proefstuk af; onstuimig rukkend,
Haal 'k over met een hort,- de zwerm kwam vrij!…
Slaat hem het ongeluk
de stugge nek in 't juk,
zijn knieën knakken neer;
geen adem rest hem meer.
Gesmaald door maag en vrind,
schreit hij zich de ogen blind,
en bidt het dove graf
een haastige uitkomst af.
Kortzichtig schepsel!…
Slaat hem het ongeluk
De stugge nek in 't juk,
Zijn knieën knakken neer;
Geen adem rest hem meer.
Gesmaald door maag* en vrind,
Schreit hij zich de ogen blind,
En bidt het dove graf
Een haastige uitkomst af.
Kortzichtig schepsel!…