gehad
toch is mijn kookkunst niet,
wat je zegt, je dàt
Ik smeer wel eens een boterham
en ik zet wel eens koffie
ik kook wel eens wat water
en zet dan een pot thee
het is wel
met de billen bloot
het valt dan toch niet mee
Ach ik bak wel eens wat
ik haal zelfs wel eens patat
en ik krijg wel eens een kompliment
als ik iets héél lekker ontdooid…
Er klinken neuriënde melodielijnen
als ontdooide winter of herfsttaferelen
die met stormen van ooit
ook bij hun wellicht nu voorbij zijn.
Gedachten kruipen nu heel gestaag
ontdooiend omhoog over de stralen
die dagelijks de ochtendstond omkransen
als nieuwere kansen.…
destijds begaf
bleek de weg van de gemaskerde traan
Pas als de maan zijn vage licht gloeide
pas dàn blonk ineens haar waar gezicht
In de duisternis was dat ’t traan vloeide
in ‘t reine eenzaam buiten het voetlicht
Pas als het straatrumoer gestorven was
pas daarna wist zij zich helemaal alleen
Ja dàn kwamen eindelijk die tranen pas
dan pas ontdooide…
Zijn benen gespierd en bloedmooi
Ontdooien zelfs een klomp ijs met spoed
Hij rent van het ene vak
Naar het andere
De machtigste man van dat moment
Met zijn fluitje klaar
Mooie gespierde bovenarmen
Een strak lijf
Twee interessante, lieve, volle ogen
Regisseren de wedstrijd
Een stralende glimlach maakt het compleet
Wij zijn meer dan ontdooid…
Kinderen krijgen daar droomde zij van
edoch helaas het gelukte hen maar niet
Ze werden wanhopig zij plus haar man
zouden ze wellicht sterven van verdriet
Na jaren toen de hoop opgegeven was
groeide haar een zweempje in het hart
Hernieuwde hoop klom uit het moeras
en in haar ziel ontdooide vlot de smart
Een kindje groeide in haar baarmama…
Voor u
Wil ik een lied maken zoodra mijn keel
Geheel ontdooid is, nu zal ik dit geel
Bloemklokkenspel doen spelen.'' Zoo zei hij
En schudd' een boompje, toen vielen op Mei
De gouden regens. Zelf nam hij er bij,
Zacht bij den groenen steel, lichte papaver:
Die woei daar nog niet lang tusschen de klaver.…