Hij schildert met zweet,
een innerlijk tafereel.
De Berg zijn canvas,
zijn voeten zijn penseel.
Over rots en kiezel,
langs blad en gras.
Hoger en hoger klimt hij,
over afdalen nog niet nagedacht.
De Berg zwijgt zoals altijd,
en hij lacht.…
En praktisch nooit hoor je wat,
ja, soms onverwachts,
als je op vakantie bent en
net met een bergwandeling bezig bent,
dan moet er opeens gemasseerd,
een tuin gedaan, versteld worden.
Of als je in een foyer van een theater zit.
Nu niet, nu kan ik niet.
Jouw antwoord,
jouw woorden wil ik weten,
juist op een bergtop,
of in een foyer.…
De wind zingt woedend door de bomen,
gaat ijzingwekkend hard tekeer.
Olijfblaadjes slaan rechtsomkeer:
de storm lijkt kleuren te verchromen.
De berg beeft mee in dit gedonder
wordt ook een dreunend zwaar geluid.
Ondanks de woeste wind die fluit
blijft zijn kleur grijs toch heel bijzonder.
En dan valt plotseling een stilte
tussen het groen…
wanneer ik zou zeggen
dat wij hem moeiteloos
hebben bedwongen
dan zou ik liegen
het heeft wat gekost
bloed: zie de schrammen
op mijn schenen
zweet: je had mijn shirt
moeten voelen toen
ik eindelijk boven stond
en tranen: al dan niet
van geluk of weemoed
doch voldoening gaf het
en daar kracht uit putten
kan mooi meegenomen zijn…
Van beneden uit de vallei
nemen we mee uit een beek
drie witte steentjes
voor op de top van de berg
een oeroud ritueel
dat zo persoonlijk wordt
wij hechten ons aan
spreken toe het vertrouwd
warm wordend gewicht
dat we achterlaten op de top
met veel wijze woorden
en spijt in het hart
We dalen lichter bezwaard af
er wordt op ons gewacht…