Oorverdovend oogverblindend
oeverloze oergeluiden
overal maar nergens vindend
klok noch klepel horen luiden
Er brult een leeuw de beer is los
schiet eerst verkoop daarna z'n huiden
overal en nergens dierlijke orgastische geluiden…
De woorden vallen
als blokken ijs
als houten kegels
als loden kogels
uit zijn mond
Of hechten zich
als vishaken
aan zijn lippen
geen mens verstaat
zijn oergeluiden
Doch in zijn geest
zijn ze gedrenkt
in honing en mirre
als hij in haar ogen
zich weerspiegeld ziet…
Bronstig
klinkt toch veel romantischer dan
geil
Het klinkt ook natuurlijker
en nog krachtiger is het oergeluid
wat het Edelhert voortbrengt:
de hinde de bestijging, de bevruchting
te laten mogen bepalen
't hoogtepunt van hun eenwording
klinkt toch veel romantischer dan
neuken!…
Een onderhuids verlangen
zoals mijn ziel beaamt
spreek ik de nachtwakers
aan op hun gedrag
Ergens hoor ik gekissebis
en even verderop
spreken diepe oergeluiden
de genoegens van het duo spel
Wij zijn mens
gelijk aan elkander
De dromen zijn gestorven
de stigma’s in mijn handen
houd ik vanaf nu verborgen…
traag rolt de mystiek
van een verre hoorn
door de melkige nevel
bomen met hun kanten takken
zweven boven het witte niets
tegen vervagende bosranden
oergeluid tot de onzichtbare einder
de weemoedige roep
van bezinning op deze verre heide
herinneringen aan een ver verleden
gedachten komen tot rust
in de intimiteit van de sluimerende…
Wat wij horen is niet ons oergeluid.
Ons oorspronkelijk gelaat blijft ongezien.
Ons wezen onbegrepen.
Wat wij zien zijn maskers.
Wat wij horen zijn opinies of geraas.
Wat we weten dwaas.
Waar oordelen verdampen.
Waar meningen verstommen.
Waar dichters zwijgen,
bereikt een mens het paradijs.…
Brief aan Rutger Kopland
bij het lezen van De stem van een cello uit 'Wat water achterliet'
Beste dichter
Het oergeluid der cello kunt u vinden
bij het baren van een kind en bij het
windloos voelen. Denk toch niet aan
jaargetijden: klinkt de herfst van tessi-
tuur dan lager dan het zwoelen van de
lente in uw oren?…
winter sluimert over de wereld
traag klinkt de winterhoorn
mystiek in eindeloze nevel
bomen zwarte silhouetten
zweven boven dit witte niets
tegen de vervagende bossen
oergeluid in een lege wereld
weemoedige bezinning
op deze verre stille heide
straks komt het licht
in de diepste winterdag
schreien in een verre stal
zingen d’engelen…