mijn ogen
richten zich op jou
als felle lichtflitsen
in de lucht
schrik ik op uit
mijn gemijmer
probeer je zoete geur
op te snuiven
waar ik mij relaxt
in laat vertoeven
het maakt mij één
zonder een richting
op te gaan
van sluipweggetjes
pendel ik voort
in de fluisterboot
van jouw geheimenissen...…
Zoet zijn de bramen in het wijndomein
Maar groeien moeten nog de druiventrossen
Straks komt de fluisterboot wat gasten lossen
Een groen prieel tempert de zonneschijn
De mens gedijt op warmte, vogelzang
Gelijk de appels, kersen, pruimen, peren
De populier en els zijn sterk en weren
Te harde wind, hun haag is van belang
Subtropisch zijn…
Aan groene oevers bevindt zich weelde
een droom die zich bezielt
stroomopwaarts
waar de rivier meandert
in het bewoonde schilderatelier
kleuren spiegelende meren groen
valt er schaduw op het linnen veld
ergens in een ontwaakte wereld
zonder commerciële gekte
proberen we te roeien
we praten over politiek
in onze fluisterboot
over…
Naar vier kanten kijk ik
op ‘t uitzicht in mijn kamer:
richting keuken drie boeketten,
naar de muur toe schilderingen
familiefoto's bank,
richting tuin op groen
gekleurd de kaktusjes in vensterbank
En zicht nog op verjaardag
gisteren, in een fluisterboot
die langzaam onder wolken
waaiend wilgenblad bewoog
en kreupelhout,
glijend…