dompel je onder
in het grillige water
van deze rivier
breng kostbare klei
leemkleurig slib naar boven
boetseer een wezen
het zal niet spreken
de rabbijn blaast met een spreuk
leven in de klei
in tijden van nood
zal golem te hulp schieten
een kunstmens uit leem…
I
We lopen, beiden, aan de Waterkant
Je kijkt me aan maar ziet me niet
Alsof de wereld door je iris vliedt
Ik begrijp: ik zit al aan je binnenkant
II
De mensen willen je naar hún beeld en gelijkenis kneden
als een golem, uit modder, zwijgend en zonder rede,
een dommekracht, zeven maal omlópen: “Shanti, shanti, dahat, dahat”.…
Godin van de nacht je duister geeft kracht
Wist ons avondlijk bord maagdelijk zwart
Vol van ruimte dwaalt de geest zich rustig
Verbindt dromend wat overdag apart valt
Gezegend zijn wij in troostende armen
Verkwikkend lossen we op in het heelal
om in de morgen weer tastbaar te stollen
Steeds worden golems leven ingeblazen…
Tussen acupunctuur-pop en zen-beat
met spreuk spiritisme en dooddoener drugs
wordt slijk tot golem en tot god gekneed:
in zijn dode mond is mode het baalsjem,
hij wankelt door het brein op lemen voeten.…
Dag jij. Ik kus jouw huid, zilte parel
van de dood die mij omsluit, ik draai om
en om de zuil van git, het is een spel,
staatsgreep, grijplok, ik voel mij heerlijk dom
omdat ik zoveel later dan jou kom.
De ochtend dan. Ik blijf erin bestaan.
Jouw lach was nacht, geen zon wil in mij gaan.
Rest mij de nevel in jouw vilten kleed
dat ik tot golemrijk…