Hoe kon het gebeuren
dat ik mijn kindsdeel afstond
mijn poppen verkwanselde
aan het rijpen van de tijd
waar ontvankelijk vlees
zijn ijle wensen droomt
kortstondig scorend
en hunkert naar méér
Ik, die het leven leefde
in niet geveinsde onschuld
sloot een monsterverbond
schreeuwend om het kind…
Gij langstlevende, ga nog niet
draag mijn kindsdeel in uw hart
het mooiste ligt in het verschiet
voor wie gewisse doden tart
mijn erfenis behoort u toe
tot in de diepste genen
gezaam zijn wij nooit levensmoe
zo God ons tijd wil lenen
zijt elkanders toebehoren
boven doffe droefenis
wie uit doden wordt herboren
verschoont zich van verdoemenis…
lente
Met winter's intrede vergeleken
En door het beleg van de verstreken tijd
Lijkt mijn missie voorgoed te verbleken
Raakte ik mijn haar aan de jonkheid kwijt
Of ik het spel nu wel of niet meespeel
En de talenten waarmee ik ventte
Hangen vriend en vijand uit de keel
Kunnen niet meer teren op de rente
Van mijn stellig ingeloste kindsdeel…