Vandaag is alles anders,
De warme bakker geeft
Het liefste kind
Een verbrande krentenbol,
En de ambachtelijke slager
Een stuk niet meer zo verse
Metworst aan het lieftallige
Meisje met de blonde krullenbol,
En, werkelijk de wereld op zijn kop,
Steekt de rijlesinstructeur
Tijdens het werk naar de fietser
Zijn middelvinger op…
Ik trek de onkunde naar me toe – (krank)zinnig
zoals je een kapot geknuffelde knuffel,
koude krentenbol, kater of aspirine
nog wat dichter naar je hoofd brengt om troost
te bekomen.
Verdwijnen.
Vergaan. Vergeten worden.
Wegsterven in onbemind gemis.…
Genieten van een krentenbol.
Een kop koffie zwart als roet.
Met een klontje, oh zo zoet.
Een knetterend verwarmend vuur.
Keuvelen met een sympathieke buur.
Dit en nog zoveel meer.
Maar dat is voor een andere keer.
Ook al is het leven soms kommer en kwel.
Deze kleine gelukjes helpen je wel.…
En elke doordeweekse dag kwam Bas de warme bakker,
hij bracht dan wit en bruin en als present een krentenbol.
Met hem had ik een keer of twee per week de grootste lol
en niet alleen in bed, want hij was bovendien een makker.
En laat ik van de melkboer en de groenteman maar zwijgen . . .…
bedankje
gelegen aan een bloementuin
heb ik je lief, vraagt hij zich af
de fles nog ongeopend
denkend aan haar open mond
die hij ooit
heb ik je lief, vraagt zij zich af
in de badkamer voor het spiegelbeeld
in gedachten haar benen
op weg naar haar schoot
onderweg naar haar boezem
in een boodschappentas het half uitgelezen boek
een krentenbol…