onder dezelfde hemel
in dezelfde tuin schuifelt hij
rondom vandaag
zijn serene glimlach als die van
een milde verre god stijgt stil
boven de taaltekenen uit
in het gras trappelt
het jonge tere leven
in zachte verstrengeling
van einde met begin
in hun glanzende blik
huist hetzelfde lied…
De zon door het venster treft dwaalstof tot klaringen
Zwervers in de donkere ruimte, uit de nok van mijn heelal
als vergeten kometen, pas zichtbaar bij de val
naar een ster die naast aantrekt zich verzet tegen dingen
Traag draait het ‘stof `lijke’ haar moeizame wendingen
Afgebogen door het fuseren van het lichtend vermanen
wordt oud vuil vergast…