die onverslapte aandacht tikt
een dronken boodschap in de brievenbus
een onverwacht bezoek aan de deur gevonden
de zee die door de straten weifelt
de zon een onbeholpen minnaar op mijn huid
en de doofstomme takken van de bomen
in mijn ogen et cetera
Tenzij ik jaren op je wachten wil
en op je mond het stempel ongeopend druk
als met een zegelring…
Volmaakt van veren -
een jonge tjiftjaf
van de grond geraapt en
op je hand geklommen
lichter dan een zegelring.
Je blaast hem zachtjes op
zijn rug - maar hij laat zich
niet wegblazen, hij klemt zich
nagelpuntig aan je vast
jij bent zijn vriend geworden.…
net als je bedenkt dat het wellicht de takken
van de hazelaar zijn die tegen het vensterglas
zwiepen blijkt het toch weer Fritz te zijn
die krast met zijn zegelring
“verdomme Fritz jij weer! wat wil je toch van me?”…
richting het oosten
daar schijnt een zon
oneven geheel doormidden
binnen naar buiten licht
diep vanuit het kunstwerk
en daar sta jij
volmaakt schepsel in het rood
rozen vol goden liefde
bedreven in onvolmaakte tijd
daar gaan wij
meer olie op het vuur
en daar gaan we
lief
bijna
een zegelring voor anna
de vertaler uit een verhaal…
Zo nu en dan tel ik mijn zegeningen
bij tijd en wijle somtijds af en toe
cassettes vol juwelen zegelringen
misschien breng ik ze naar de kringloop toe
Heel zelden draag ik mijn verlovingsringen
als ik een vlucht boek met frans avia
of bel italia, doet er niet toe
dan maakt mijn hart een sprong en hoor haar zingen
die ene hit van abba, waterloo…
Ze stelen zijn zegelringen, halssnoeren.
smelten ze bij de bonkige smid.
De keizer wil de bronzen klok horen,
Want zijn vader wordt wat kinds en doof.
Elke avond test hij de tien grendels van de schatkist
op de roofzucht van een rebellenmacht.
2 maagden schonk de slaaf aan de botergeile keizer.…
De tovermacht van zijn zwarte zegelring
bestaat alleen omdat mij angsten ze gedogen,
verdicht zich tot een drogbeeld vol duistere zin:
ik heb mij met dit schaduwbeeld bedrogen –
de moordenaar in spe zit binnenin.
Het baanbrekend licht
dat mij met moed en hoop vervult,
doet de schim verbleken tot hij is gezwicht.…
De telgen van het zwelgen naar
een zegelring of de barokke kast,
kondigen de kindse tijd aan,
tikken op de schedelpan.
De pillen schikkend op het geruite kleed
herhaalt zij de huisarts in haar gebeden.
Verslonden doorheen een magere hals,
Overvloedig herkauwde sneden.…