gembersmaak in verkouden stuifmeel lucht
wierook damp in vervlogen avond lust
ik droom de man die jouw voeten kust
verzengende hitte in het hete zand
slangengif in gebeten liefdes wond
blaren op je verschraalde lippen mond
zweetlucht in versmeltende liefdeskoorts
hartstocht op een te steile helling
ik droom de man in die vertelling
ontlading…
niet de plensbui van vanmiddag
noch de miezerige regen van zonet
niet de moddervoeten en de zweetlucht
of de WC die langdurig is bezet
niet de rijen voor de kassa
noch de jeugd die ongeordend hangt
niet de stugge vissers langs het water
of de jonge hond die angstig jankt
zelfs niet de timmerman laat op de avond
noch de beelden van het Journaal…
Zij happen schaamteloos zweetlucht en snijden
achter rietpluimen wit brood in vierkante brokken.
Verlaten thuislokalen zijn beplakt met kartonnen platen.
Verstild hangen vossen, lisdodden en steurvissen
te verkleuren in giftige lucht van kolendamp
en gedroogd slijm van meester’s verborgen taal.…
Ik ruik nog of het gisteren was
de zware zweetlucht uit zijn jas
en 'k weet zijn sterke handen.
Ik voel nog 't dokkeren van de banden
op de ongelijke keien
en hoe hij dromend stilstond soms
en luisterde, één vinger op de mond,
naar 't juichen van de lijster in een perelaar
en 't verre, hese blaffen van een hond.…
Je vindt zijn graf nabij het kartuizerklooster aan de Zaan,
in een verlaten hoekje, 'n eind van de begraafplaats vandaan,
volgens de legende rook hij indringend naar zweet,
en toen hij in de refter eens z'n schoenen uitdeed
werd hij terstond gedwongen tot een kluizenaarsbestaan ..…