Jan Foudraine
Wie is van hout dat was de vraag
De psychiatrie ging aan de slag
De vraag mocht niet blijven liggen
Het antwoord kwam van een blaag
Niet onderbouwd men vond het maar, zo zo
De kinderlijke onschuld had het gegeven
In aller ernst beredeneerd zei het, Pinokkio…
schreef
ooit ene Jan Foudraine
Van steen
ben ik
-bij mijn weten-
...........niet
Ik ken
blijdschap en verdriet
hoeveel handjes en vingers
strelen me niet
een echt 'standbeeld'
in 'n stadshart
ben ik
ook al niet
Ooit heeft
een kunstenaar
mij uit hout
....gesneden
Uit goed hout....
want lijk
ik niet?…
Boterham met snot
Waterige koffie met kwijl
Winden gelaten onder het eten
En daarna een ferme boer
Ik ben hier opgenomen,
Want ik ben niet goed
Bij mijn hoofd -
Als ik al niet gek was
Toen ik binnenkwam,
Dan ben ik het
Hier wel geworden…
de nerven van dit lijf
laten geen sap meer door,
de levensstroom stagneert,
de wortels in de gortdroge
grond tasten wanhopig naar
water, maar vinden ze niet meer -
geen sloot, geen put, geen wel
meer in de buurt, alles is
droog, droger dan droog,
armen en benen verworden
tot dode bomen, zijn helemaal
van hout,
voorgoed opgedroogd…
dienen blijft daarin geboden met name naar jezelf
dat heet dienend vermogen naar mezelf en die andere mens
ook een beetje op basis van de Bijbel:
Jezus zwijgt meer dan Hij praat en kaatst de bal terug: “U zegt het zelf” zeide Hij meerdere malen
of mede op basis van andere wereldse leerzame boeken van stervelingen als:
Swaab, Galjaard, Foudraine…
Van Foudraine lees ik `Wie is van hout?'
en volgens houtsnijden-voor-beginners-boeken
doe ik lang nadat ik aanving nog altijd alles fout.
Men beschrijft het oeuvre van mijn vader
als een revolutionaire trip.
Ik geld als het beste dat voortkwam uit zijn dichterlijke ader
naast nog iets anders dat hij schiep als God uit Adams rib.…