vierde, de laatste; vol
Ik keek in dat keldergraf
Ik keek te diep in de diepte
Het roerde de diepste dood in mij
De bloemstukken vierde het leven
In al haar pracht en uitbundigheid
Maar ik ervoer ze als uitgebloeid, dor
De Kasteelruïne vertelt verhalen
Van eeuwen en eeuwen terug
Bij mij aan dovenmansoren gericht
De begraafplaats in Hillegersberg…
De jonge man vaart met levendige lust
over Hillegersbergs wijde water,
wordt opgebeurd door meerstemmig gesnater
van vogelvolk, dat in 't riet strijdt en rust.
Zijn kano danst licht deinend voort, en kust
de golven vol zonneschijngeklater.
't Gepaddel roept gedachten voor later:
wijsheid uit talen van vroeger wenkt bewust.…