93 resultaten.
LAIS CCXVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
43 Dat ’s ochtends de liefde zich ontplooit;
dat het in haar zo blij en levend is;
dat het zich te vaak aan twijfel vergooit;
dat het nooit is zoals zij wil dat het is;
dat alleen zij, LAIS zijn einde is;
dat al de schoonheid veel te snel vergaat;
dat het zich in niemand anders nog ziet;
dat de mens vrij denkt maar briest als een paard;
dat het…
LAIS CLXXI
netgedicht
5.0 met 2 stemmen
75 Het wou
alleen LAIS die het bemint, want dat
is sluitsteen voor het duister van zijn wil,
voltooiend niets en van het niets de schil.
Haar blik verbrandt het, haar lijf is vuur,
haar lach is gong en slaat zijn laatste uur.
Tijd is sluier waarin zij slinks verdwijnt.…
LAIS CCXXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
80 Later kan het ook zichzelf verwoorden
als esoterisch lidwoord in LAIS.…
LAIS CXC
netgedicht
3.0 met 2 stemmen
58 Het voelt haar nu, het helse dat ze is:
der minne eenvoud heet gewoon LAIS.
In het licht laat zij zich nooit bekijken,
in het duister waar gevoel gevoelen stemt,
geeft zij het kracht om het in haar ijken.…
LAIS CCXIII
netgedicht
4.0 met 1 stemmen
49 Het heeft LAIS beroerd, in aarzeling.
Het zag de woestenij, begreep het ding
dat in haar leven altijd geeft haar zin
voor de vernietiging. Ontreddering
is het, maar zij is blij en tinteling.…
de dag is gekomen
netgedicht
2.0 met 1 stemmen
396 Ne laisse pas l’obscurité te freiner
Parce que l’espoir renaît toujours
Le jour est venu où ma voix s’éteint
Parce que la corde de la mort étouffe les mots
Ne laisse pas le silence te déranger
Mais écoute l’écho de l’autre rive
Le jour est venu où je ne peux plus être
Où et chez qui je souhaite
Laisse le sel de tes larmes
Devenir paisiblement…
LAIS CCVII
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
36 LAIS, in zwart herboren schittering,
is git, haar lijf en lach negeert het licht:
het zijn is haar te min, belediging
van hoe het haar tot leesbaarheid verdicht,
virus in de waan van recht, schap en plicht.…
LAIS CCVI
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
42 ’t Kosmisch woelen loopt in haar verloren.
’t Rot in haar begint zich rein te dromen.
Melk mondt uit in licht: ’t zijn wordt herboren.
’t Naakte monster is niet in te tomen
(schil is het van data die nog komen).
Zij leek ’t moment, de nacht, een nieuw beleid.
Het ondergaat gebrek aan onderscheid.
Het loopt verblind in haar geheel verloren.…
LAIS CCXI
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
40 Maar handen maken weer begin van haar:
LAIS verrijst, het buigt diep en ’t staart maar,
het wordt aan riemen in’t galei geketend.
O maan: op nachtzee deint het git van haar.
’t Wil verdrinken in haar die zich ontkent.…
LAIS CCXXV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
47 De klok tikt en meet de oneindigheid
die de dag verhardt en het uur verstilt.
Vier jaar maar, fluistert de verbetenheid.
Millennia waren zij jager en wild
en ’t nadert nu, gekleed als zij in vilt.
Ze speelt graag zee en weigert de rivier.
Zij schenkt het niets met tranen van plezier.
Haar zucht verlucht de geur van een ander,
doch in dit zilte…
LAIS CCXXVII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
54 Van een verzengend mystiek gegeven
wordt het ontvangstantenne als zij lacht.
Stroeve droefenis, het buitenleven
verstoort te bruut die zwarte hemelpracht:
’t Maakt zwijgen aan, dat elk spreken versmacht.
Het was bij haar en vroeg, zij gaf wat loog,
maar ’t was eerst hij die zich met haar bedroog.
Gevangen nog in flarden van een hels betoog,…
LAIS CCXXX
netgedicht
3.0 met 2 stemmen
47 Dit is dus waarop het heeft zo lang gewacht.
Dat het hier was, is, en zich leven laat
voor wat het voelt, dat zij het hiertoe bracht,
dat het druipt waar zij ledig lacht en praat,
dat zij humaan werd en dus vol van haat.
Het laat zichzelf als niets verdwijnen en
ontbindt de zang tot aardig lied voor hen.
Het wordt wat lucht, of water waar zij…
LAIS CCCIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
45 Schoon wordt nooit een ding van goud of lood
waar starre ogen hebberig naar staren.
Schoon wordt nooit een mens die je stil en dood
en ingelijst op foto wil bewaren.
Schoon is niet wat ik voor jou vergaren
kan, dat heb ik als een bloem al stuk geplukt.
Want schoonheid wordt door hebzucht onderdrukt,
haar parel met de taal van ’t zijn besmeurd…
LAIS CCCVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
85 Straks versteen je weer in mij, doods en kaal,
een teken in een wereld van tekens,
zuiver gefluister in de dodentaal,
restbeweging onder honderd dekens,
naam van het niets, herhaling die telkens
mij roept maar zonder klank in dit bestaan.
Ik wil jou voelen, nooit van mij vandaan.
Ik hoef dit zonlicht niet, ik wil duister,
het droeve donker waar…
LAIS CCVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
60 Zij zien de kinderen die joelen op
kraaiende peuters, hun roodhuidenkeel
opengesperd en de oudjes steunend op
bouwval. “O weet je nog het zandkasteel
toekomst” zegt zij, en hij: ”er zijn te veel
ratten”. Hij bibbert en slijmt. Te hevig
de zomer komt klaar, zon angelt stevig
in ’t Avondland zijn gif van de hitte.
De wet bliksemt neer. “Maskeer…
LAIS CLXX
netgedicht
4.0 met 4 stemmen
183 Nu in duizend ongedane daden
in klaarte oplicht al geheel het pad
met de uitgesponnen levensdraden
en niets nog wijst naar vrijheid die het had
verborgen in het draaien van het rad,
nu het haar licht als git ontvangen heeft
en er geen hoop meer in zijn duister leeft,
nu feit de nood opheft aan menig woord,
nu rust de spin gevangen in haar web…
LAIS CCXIX
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
68 Nu het zich weer in stof en as vergaart
en droog de rauwe brokken haat verslikt,
nu het vonkt als het maar van haar gebaart;
en het op de feiten foute data hikt
en bij de pantomime lacht en snikt,
omdat het weet dat alles toch vergaat,
nu zij in het en overal bestaat,
nu het heet haar vuur door zich voelt varen,
nu is het weer bij doem tot…
LAIS CCCXV
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
83 Jij, de korsten ik op jouw afwezigheid,
het verdwijnen waarin genadig blijkt:
onwetendheid, mijn onmacht en het respijt
dat niemand krijgt. Jij die nooit op jou lijkt,
een schelp waaruit de zee verdwenen is,
mijn hand waarin jouw weigering verzuurt
en hoe vervloekte liefde verder duurt
terwijl ik grijp en hijg en mij verzwijg.
Heb ik verlangen…
LAIS CCCXIV
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
67 In de ondoordringbaarheid van mijn zijn,
het artefact dat jij als mij aanschouwt,
terwijl ik nergens ben, ontsta in pijn
als sparteling, terwijl jij muren bouwt
rond het gras met de walg die mij vertrouwt,
in het matte zwart van jouw stalen as
waar alles is, en blijft, dat er nooit was,
in't git waar niemand nog mij raken kan,
waar niemand mij…
LAIS CCCXIII
netgedicht
2.0 met 1 stemmen
67 Waarheid, die wervelende verveling
die ruwer steeds te diep in mij ontstaat,
dat ik erbarmelijk te wiegen lig, zing,
lezing na lezing mijzelf ontdoe van haat,
haar in mijn vervoering breng, in 't gelaat
de verschrikking ontwaar van haar schoonheid
en in mijn stem haar onnavolgbaarheid
omwikkel met het naakte van mijn taal,
de galm ervan in letters…
LAIS CCCII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
83 Mistroostig de kale takken reiken
van het zuigende naar de grijze lucht.
Geen ene plaats is nog te bereiken
want het zicht is van mijn stilstand vlucht
en klank versmelt tot onleesbaar gerucht.
Jij, trilling in mijn vingers, maakt je haar
los en schittering daalt neer, godsgebaar.
Ik was er niet, weigerde, was niet klaar.
Ik ben er nu, solitair…
LAIS CLXIX
netgedicht
3.0 met 2 stemmen
47 Op het eindpunt van haar stralen, waar tijd
de mens verlaat, aan het raakpunt van haar
schijnen waar ’t menselijk betrachten zwicht,
in loden stilte achter hemels klaar:
de gouden lichtval in heur ochtendhaar.
Haar ogen wijken niet, haar lach klinkt klaar,
haar hand herhaalt het denken als gebaar,
het haar omkranst haar woordeloos gebaar
en…
LAIS CLXXIV
netgedicht
3.0 met 4 stemmen
136 Motten die elkander open wrijven,
als harde diamanten in de nacht:
sterrenstof bekleedt de tere lijven
bij hun labeur dat niets van hier verwacht
maar van het duister wil de pure pracht.
Zij, als nacht zo nodeloos geboren,
zwart op zwart en in dat zwart verloren,
zijn licht dat om zichzelf verlegen zit
te bidden dat het duister hen verhore…
LAIS CLXXVI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
26 Toen het had haar stem gehoord die avond
die de dag aan duisternis deed klinken,
was er geen klank die zijn gehoor nog vond
want het hoorde zich in haar weerklinken:
vernietiging die in haar bezinken
zou, bloed met git verbinden, eindstand
met de dagen, en nacht met elke hand.
Want het had geboorte zien gebeuren,
zwarte kern van de immense brand…
LAIS CLXXVIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
65 Elk lijf is een lijn, ’t frêle huiveren
van de pen in de leegte die wij zijn.
Handen willen de handen zuiveren,
armen de armen ontdoen van de pijn,
maar de lijnen blijven altijd te fijn,
en het lijf onthoudt niet haar zaligheid.
Het draagt zich voor: onthouden lelijkheid
en schrijft alsof het sterren doet ontstaan,
maar waar zij het in het…
LAIS CLXXIX
netgedicht
5.0 met 2 stemmen
35 Er is teveel. Het schakelt storing uit:
knipt in de lichtenwalm tot het ziet
haar zwart verschijnen dat verteert. Het sluit
wanklank uit, want walg verstoort het lied.
Het hoort zijn stem die zegt wat zij gebiedt.
Het is met haar voldaan. Het kent maar kraakt
haar erecode niet. Het wacht. Tijd maakt
altijd einde aan bezweren van kwaad.
Het…
LAIS CCXXXI
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
49 Zij sterft daadwerkelijk bij dageraad
als weerschijn die de ganse nacht optilt,
een rode sluier die in ’t wit vergaat
Aurora die het wildste hart verstilt.
Het ziet zijn lusten die haar schoonheid schilt,
als licht dat wreed door tijd en ruimte gaat
en liefde is nu, ver van ieders haat,
hoe zij ontbreken, in en aan elkaar:
verzegeld wordt het…
LAIS CLXXXII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
36 Geen christenhond zal haar nog schamen ooit
geen moslimrat haar met schuld belagen
want nu verschuift niet meer van toen naar nooit,
want het zal met schrijven taal verslagen.
Zij zal geen rouw meer hoeven dragen,
zij is als git in het, als hel in haar.
‘Zie’, zegt het, ‘hoe sterk ik het verbouw:
elk woord van het wordt recht en vast en echt…
LAIS CCIV
netgedicht
4.0 met 3 stemmen
74 Diep in het zwarte hart van Vlaanderen
op een bed van maden en rottend vlees
ligt de haat bij de nijd te zinderen,
genietend van pijn en van spijt. Zwoel, hees,
de Vlaming likt des Vlamings holtes. ’t Vlees
rot, de wet maskeert de identiteit.
Maar zie hoe fors de nijd de haat nog splijt!
Eilaas! ’t Zicht moet nu snel onder het slijm:
Dank, vrolijke…
LAIS CLXXXIII
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
36 De vrede is de vrede die in haar
berust, en daar, aan randen van zichzelf
zichzelf herkent, ontroering brengt, gebaar
is, als van liefde. Zij vormt daarmee gewelf
waar ieder schuilen kan, en ook zij zelf.
Zij heeft in ons verdriet verdriet vergaard
en pijn met pijn als harde steen verzwaard.
Het heeft zichzelf in haar bestaan herkend
en zijn…