liefde kent
en soms ontkent
door gevolgen van het verleden
maar ik gun iedereen
dat unieke present
liefde maakt je blind
maar slechtziend is ook goed
zolang je maar je weg niet kwijtraakt
en jezelf vind
liefde maakt kapot
en soms heeft het tijd nodig
dat het helen moet
dat doet je goed…
Vuisten tot bloedens toe
stuk geslagen op
gepantserd glas
tranen gehuild
met droge ogen
schreeuwend zonder geluid
struikelend
over keien
die rotsblokken bleken
licht wordt schemer
schemer tot schaduw
schaduw tot angst
wat blijft over
voelende handen
in wanhoop zoekend
het kan erger
fluistert de wind
en ik prop mijn oren…
het kan even duren
geduld is niet gehinderd door haast
doch schatplichtig aan een geheugen
van grachtwater; slechtziend en doof
nee, dan de heldere beek die eindeloos
woorden herhaalt, de letters spelt
tot in omgewoelde grond, een verzande
oever.…
ik kon niet anders meer
mijzelf gedwongen zien
doch dan vanuit haar ogen
de pijn bekroop mij zeer
in kille nachten bovendien
ondergaan door mededogen
emoties ondervinden is zoiets
van medeleven in het duister
tranen zijn er niet voor niets…
Ik lach
want liefde bestaat
en de wereld vergaat
vertellen de plooien
in jouw gelaat
je bent oud
en loopt steeds langzamer
door je éénpersoonskamer
het wordt voor jou
steeds onaangenamer
maar je leeft
en met jou je vrienden
de mede-oudgedienden
tevens doven
en slechtzienden
ze saluteren voor jou
jij bloost
om deze welkome troost…
misschien dat de reiziger
reist om dat te vinden
wat hij hier niet meer ziet
thuis is zijn blik als die
van slechtzienden
zijn de ramen van z’n huis
afgesloten door blinden
reist hij eigenlijk daarom?
Om zichzelf weer helder in
een ander daglicht te zien?…
Een te lang moment recht in de zon kijken kan je ogen verdoven
ik draag je bij mij, mijn slechtziendheid en aanvaard je onvermogen
Mijn blindheid in mijn liefde heeft altijd zo moedig moeten zijn.
Onbeduidend meer slechtzienden dan blinden hebben last van deze pijn..…
landrot met zeebenen
zoutkristallen sporen langs hoekige lijnen
roekelozen kraaien van onnozelheid
siervissers vangen vooral bot
worteltrekken met slechtziende konijnen
is het poëtisch om een gedicht te designen?…
in de tram
buiten is het donker
de regen striemt
tegen de ramen
het knarst en piept
vasthouden
bij elke bocht
is een must
mijn kaart
fout gestempeld
de bestuurder fronst
zijn blik vertelt me
randdebiel
argwanend
bekijkt
de controleur
mijn stempel
het is kwart voor negen
dinsdagavond
in lijn negen…
Maar in het gindse struikgewas
daar loerde het gevaar:
een oude slechtziende stroper
met zijn geweer schietklaar.
De stroper hoorde een geluid
en dacht een haas of ree,
maar schoot in plaats daarvan
een kabouter tot puree.
En met een harde donderslag
was toen het feest voorbij;
kabouters stoven allen weg,
vluchten in bos en hei.…