de wintertuin
laat mij haar ribben zien
de klankkast van de zomer
penselen veilig opgeborgen
voor het kleuren straks op
de eerste voorjaarsmorgen
de kleuren worden weer
gedroomd door elke vaste dromer
de vogels zijn nog stil
en oefenen hun kwieke deunen
om ooit weer al het fraais
in het voorjaar te ondersteunen
maar nu moeten ze nog…
De koek is op. De muisjes zijn bevroren.
De boter ligt onneembaar in de vloot.
Ik poog vergeefs een huivering te smoren:
april betoont zich wreder dan begroot.
Toch eet ik dankbaar mijn genadebrood
en ben ik blij dat ik het ochtendgloren
weer mag aanschouwen, en de buurthaan horen,
en dat ik tot bestaan ben uitverkoren:
een ander is zijn hele…
door nacht en dauw al urenlang verborgen
ontwaak ik elders in mijn eigen tuin
bezeer me dwalend aan de hopen puin
en voel de angst die mij opnieuw wil worgen
vermoeid om telkens voor mijzelf te zorgen
buig ik mijn hoofd en houd het nog wat schuin
een oud omhulsel roerloos leeg en bruin
op deze nog te vroege voorjaarsmorgen
een zwart satijnen…