Twee namen gekrast in een oude boom
een groot hart in wanhoop gesneden
verweerde klanken tussen bladerenzoom
alle hunker naar morgen vermeden
hun wereld stond al jaren in brand
waar lichamen ondergronds leden
verloren zij hun stad hun land
vonden bunkers als huis van heden
het mes, verroest, werd onlangs gevonden
maar de boom was niet…
zolang geleden
alweer een dag voorbij
het vonnis
en weer breekt een stukje
uit de glazen stam
zoveel
fragmenten
van verbastering
verschrompelen
tot verbijstering…
Zwaar gegeseld, diep getormenteerd
vliegt de daad de doden
over grenzen van verbastering
Niemand is die helleschreeuw
van gelifte schellen ontgaan
Legde die vloek, stom verbouwereerd
de woorden in olie
brandde de buitenste duisternis…
daarom dat ik lig en me grondig leeg maak
om mij te ontdoen van jou, niet
dat het lukt, ze houden ons lekker
samen. filmpje zien,
onszelf als mens daarin weten te vinden,
emoties laten verbasteren.
weet ook - gezegd in alle tederheid - dat ik niet
van je houd, omdat zoiets me telkens
in de rug schiet.…
daarom dat ik lig en me grondig leeg maak
om mij te ontdoen van jou, niet
dat het lukt, ze houden ons lekker
samen filmpje zien,
onszelf als mens daarin weten te vinden,
emoties laten verbasteren.
weet ook - gezegd in alle tederheid - dat ik niet
van je houd, omdat zoiets me telkens
in de rug schiet.…
Waar woont verbastering en smaad?
Waar 't volk dat zich vertrappelen laat?
Waar is het dat de Vlaming zwicht?
Waar spuigt men in zijn aangezicht?
Waar zucht een volk zijn zwanenlied?
Waar sterft een groot en edel diet?
Febr. 1876.…
duizenden schapen
liefst meteen bij de kop
die zijn goed te behappen
te verslepen en verstoppen
voor later - in boomtoppen
en wij maar jagen op de vos
wat schurftig soms hondsdol
onze bomen topvrij in het bos
warme wol op de schapenbol
-----------------------------------------------
* veelvraat is niet afgeleid van veel vreten, maar is een verbastering…