waar eens een arts slagen telde
heeft een pols het hart verlaten
afgesneden van de wereld,
toch nog scherp van weten
hier houdt het op
het moet zo zijn…
hoe de zinsdelen
klinkend ijsschotsen
in mijn hoofd
een klankschaal
het rumoer van 't stad
dat daalt naar het asfalt
het snedige klievend stukvalt
op het beton het lidwoord
het luchtgevecht de metafoor
die altijd op de buik landt
zich wentelt en rolt
en galmt in de maag
het trekt er aan
de oude bloedlijn
de krokodil en
haar lage…
Je hebt goede bloedlijnen, zegt de Koerd.
Hij is groot en sterk hij heeft gevochten
om de aarde.
Hij bedoelt aders.
Ik zou naar de sportschool
moeten gaan, spieren kweken.
Hij haalt een sigaret van achter zijn oor,
klopt er kort mee op tafel, steekt
hem op, inhaleert, spreekt.
Als Saddam dood is, zijn Iraki's en Koerden vrij.…
ik zie je naam
in steen gebeiteld
jouw handschrift is het niet
de dood heeft
ook je lijf verbrijzeld
een lege huls en wat verdriet
waar is je bestaan gebleven
geen tekens op de muur geschreven
hoe vind ik je in deze tijd
een hoofd vol vage beelden
een lach die om je lippen speelde
alleen de bloedlijn praat nog door
wat heeft je…
het voortglijden
was een grens overgestoken
vergeelde randen spraken over verandering
de één vouwt zijn handen
om zoveel vakmanschap
een ander voelt de treurnis
en het verwijt in zijn diepste vezels
de annalen getuigen van duistere geheimen
een kunstlievende duivel
met wansmaak op de tong
zijn overgrootvader
had de schoot van zijn bloedlijn…