In de herfst valt alles
terug in zijn plooien
en rimpels worden
dieper uitgesneden
uit opgedroogde levenskanalen
kaalheid lijkt onvermijdelijk
hoewel weggestoken
achter een tooi van bont coloriet.
neen op afgehakte boomstronken
groeien enkel zwammen
of voor wie nog hoop koestert:
paddenstoelen.
ga er maar even bij neerzitten ...…
sprankel is totaal verdwenen
Je levensvreugde nam de benen
Dit aan te zien doet ons verdriet
Je lijkt gehouwen uit graniet
En niemand kan je hulp verlenen
Vriendin, je ogen stralen niet
De sprankel is totaal verdwenen
Het is alsof je niets meer ziet
Je had een schrijver in je genen
Van schrik begint nu ons verstenen
Het zwart wint het van coloriet…
Voor het regionalisme
dienen aan
zij die stilstaan
omkijken naar vroeger tijden
van opbouw tot trouw,
waarvoor aan leiden
geen plaats vrij: afwezigen
aarzelend waarheid die verdeelt,
gemak voor mij die steelt
uit landschap's coloriet
zo niet van compositie
mij verkijk, overal kleurloos schiet.…
Dan woelt hij verf in coloriet en klodder
bevoelt bevecht beziet de kleurenmodder
bekoelt het goede van zijn woede
totdat de chaos lijkt beslecht.
Maanden vele uren verder veegt hij
bezielt en trilt iets los
ziet zwijgend zwoegend gaandeweg het bos:
daar staat een kunstwerk, recht.
Wat er dan nog verder moet?…
drift drijft begeerlijk lonken
jonge blommen zoeken in rust’loos dwalen
lijven ogen neuzen monden om te bepalen
zonder knel hun keus diep in splonken
ziet het water stijgt ze tot de lippen
ze kruisen smakken pakken snakken
snuiven drinken legen al hun zakken
hun hoop nu een ware lief te snippen
voor één nacht het leven eeuwig te maken
coloriet…
De dis beurt, glanzend in 't damast,
Zwaar zilver en zoet ooft; in donker-koele kruiken
En transparante fluit smilt 't welig coloriet
Der kaarsen, die hun vlam tot een goud hart ontpluiken.…
Want 't coloriet als spiegelend ijs of hete kolen in het duister,
bevroren ramen in het maanlicht of schaduw van de zon is
maagdelijk onbeschreven.
Monddood zijn ze nu, gelaserd in hun sporen,
en wendt of keert en draait ze her, hun stille pracht
en zilverkleur gewaad, gaat nimmer nooit verloren.
Niet even.…